3 gedachten over “Vrijdag Zindag nr. 71

  1. Goede André,

    Ik kan het niet laten. Dit spelletje over de betekenis van de sacramenten (meervoud!) vind ik wat te kort door de bocht. De laatste zin over de kwestie van de macht lijkt haast een excuus voor je grapje.

    Het ging bij de reformatorische bewegingen inderdaad om verzet tegen de macht van de KERK en haar clerus. Waarbij natuurlijk ook, zoals nog steeds, geldzucht niet afwezig was.

    De dopersen waar jij nu mee speelt, waren tegen de kinderdoop, met als argument dat zo de priesters de kinderen al vroegtijdig inlijfden in de kerk (uitvoerig na te lezen in mijn ‘Verhalen over radicalen’).
    Het probleem rond de eucharistie was niet in de eerste plaats de vraag naar de aard van de presentia realis, maar verzet tegen de macht van de priester (en ook nog steeds rond de bevoegdheid van de geordende dominee) zonder wiens presentie je bij de bediening de zaligheid mis kon lopen. Macht!
    En dan nog de verbroedering van wereldse en kerkelijke macht, gesteund door de inquisitie (Zie: de boerenopstand onder de priester Menno Simons).

    De aflaat – velen geloven er nog in – was verbonden met de kerkelijke geldbuidel en riep weerstand op. Nog steeds bindt hiermee de hiërarchie de gelovigen aan de firma. Nu minder vanwege de Kas, dan om de binding aan Rome. Daarom hoor ik er weinig verzet tegen…

    Overigens waren veel voor-reformatorische groepen vooral bezig met de geloofsinhoud: Waldenzen, Katharen, Bohemen, Br. en zr. Des Gemene Levens en Diaconia: de begijnen. Ze kwamen in aanraking met de macht en gruwelen van de inquisitie, omdat de kerkelijke arm hen niet in hun mystieke geloofsvorm! kon beheersen en zij daardoor een gevaar waren voor de absolute beheersing van het hart en het denken.

    Hetzelfde stipte je geloof ik zelf aan in een ingezonden brief in Trouw over gereformeerden en de huidige centralistische PKN. Bij de eersten lag de macht bij de plaatselijke gemeente en bij de PKN (hoopt men!) in Utrecht.

    Hartelijke Groet, Jan.

  2. Dank voor je post, hij hield me wel bezig. Ik houd namelijk van dogma’s, heb ik van mijn leermeester Hartvelt. ‘Het dogma is de neerslag van een levensbeweging’, zei hij vaak. Dus wat een dogma zegt over brood en wijn, zegt net zoveel over de manier waarop de spreker en de gelover in de wereld staat. En de levensgenietende Luther, de stadse en juridische Calvijn en de rationeel-filosoferende Rome-gezinden, die zich allen katholiek achtten overigens, stonden verschillend in het leven. Ik denk dat een aarde-minnende tuinier over brood en wijn ook anders denkt dan een ICT-er die de hele dag bij zoemende schermen zit.
    En dogma’s? Die houden de gedachten nog een poos bezig nadat ze ontstonden, krijgen een nieuwe vorm of interpretatie, totdat ze geen aansluiting meer kunnen maken, wellicht?
    En dan zeggen we, met Milosz:
    De katholieke dogma’s zijn eigenlijk een paar centimeter
    te hoog, we gaan op onze tenen staan en dan
    lijkt het ons een heel kort ogenblik alsof we zien.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.