Vrijdag Zindag nr. 55

9 gedachten over “Vrijdag Zindag nr. 55

  1. …maar het is ook zo dat juist door alle medische wetenschap de dood niet meer één moment in een leven is maar uitgesteld, uitgesmeerd wordt over vele jaren, waardoor een groep mensen dus letterlijk leeft met de dood – soms zelfs elke dag. Van narrow escapes tot langzame, langdurige aftakeling. Voor hen hoort de dood dus wel doodgewoon bij het leven. Over het contrast tussen de zorgeloos levenden en de levende doden, zouden we inderdaad al lang hebben moeten praten.

  2. Hallo André,
    Waarom zouden we over de dood moeten praten? Om angsten te bestrijden, om achterblijvers gerust te stellen en verzorgd achter te laten? Ik denk dat een gesprek over de dood ten diepste over het leven moet gaan waaraan een fysieke grens is gesteld, waarna ons “grensoverschrijding” wacht dat barmhartig belicht wordt. Eindigheid, van oorsprong tot einde omgeven door eeuwigheid.
    Groet,
    Wim Noomen

  3. Goede André,

    Analyse volkomen mee eens. Wanneer ik vertel dat ik dingen aan het regelen ben voor bij en na onze dood, weert men af: ‘Jullie kunnen wel 100 worden!’
    Maar wat dan?
    Natuurlijk wordt de dood vakkundig verdrongen door de ontwikkeling van de aangeboden mogelijkheden in de indicatiefabrieken. Het woord ‘dood’ wordt vermeden en vervangen door een ‘slecht-nieuws-gesprek’ met daarna verwijzing naar de chemocurist of bestraler. (Bij ons in het dorp was een halve eeuw geleden alleen de dood door ongeval of jong niet doodgewoon).
    De oproep van Sire lost niets op. We prijzen daardoor misschien juist elkaar een andere specialist, een nieuwe kuur in een ver land, of kwakzalver aan.
    De oproep van Sire zou kunnen zijn: praat eens over een ‘niet-behandel-verklaring’ of kies niet voor een ellendige lijdensvermeerdering van korte duur (ja, iemand heeft altijd wel een kennis, die nog een jaar langer geleefd heeft!), of wees moedig en vraag bij het aanbod van een randbehandeling: wat levert het op? Het zou de IC”s ontlasten!
    Artsen worden niet meer opgeleid om de patiënt te begeleiden in zijn lijden of het te verlichten (daar is geen tijd meer voor), maar bij gebrek aan de hemel wordt tegen beter weten in het eeuwige leven nagestreefd. In de toekomst wordt in het crematorium nog de helaas laatste diagnose gesteld compleet met infuus boven de kist.
    Enzovoort. Groet, Jan

  4. Mijn motto over de dood is ‘als de dood er niet is, ben jij er nog’ en als de dood er is ben jij er niet meer. Het is ons lot, waar niet aan is te ontkomen!

  5. De oude Indiërs hadden, althans volgens de Sanskriet literatuur, ‘amrta’, een onsterfelijkheidselixer. Ong. 40 jaar geleden droomden en experimenteerde jonge artsen in de USA van het invriezen van de hersenen (direct na de dood of liever kort daarvoor) die dan volgens contract en tegen ruime betaling enkele decennia later zouden worden ontdooid als de wetenschap zover was ze weer ‘aan de praat te krijgen’. Op dit moment denken/dromen de zgn. transhumanisten (hebben niets met het humanisme te maken!) over zeer nabije mogelijkheid hersenen en bewustzijn te kunnen downloaden om zo eeuwig voort te kunnen leven middels de artificiële intelligentie. De droom van eeuwig leven blijft zelf eeuwig leven. De tegenpool daarvan is de drang om uit het ene leven ‘alles te willen halen’ en zo in permanente opwinding en (vermeende) zelfbevestiging te leven. Het frappante is dat beide extremen – eeuwige leven of het volgepropte ene leven – vooral een experiment zijn voor financieel daadkrachtige individuen.

    • In mijn werknemersrol heb ik iedere dag met de dood te maken. In die 18 jaar zijn vele campagnes opgestart. Er zijn pogingen gedaan taboes te doorbreken. Denk nog maar eens terug aan de campagne met Adelheid Roosen waarin de de schoonheid van verschillende rituelen bij diverse culturen aandacht kreeg. Het enige dat de kijker zich herinnerde was de tekst ” Dood gaan we allemaal” .
      We hebben zeker een mening over de dood, we praten en lezen erover, en kijken er veelvuldig naar. Advertenties in de krant, moorddadige films, ongelukken op sociale media, en de dood van bekende Nederlanders, we zoeken het op en nemen het tot ons.
      Alleen onze eigen dood… tsja, dat blijft lastig.
      En wat de medische ontwikkelingen betreft…leven we langer of sterven we langer?

  6. Tja, praten over de dood is voor velen oncomfortabel. Ze willen niet over hun eigen eindigheid nadenken en dat neem ik ze niet kwalijk. Het is ook een ver-van-je-bed-show zolang het jouzelf niet betreft. Sterven is iets waarin we allemaal nog vreselijk onervaren zijn, zo wijs als we onszelf soms ook vinden.
    Ik praat vanwege mijn predikantschap best vaak over de dood en denk er veel over na. Ik denk dat het gesprek over de dood niet zozeer over het sterven gaat, dus het moment van sterven zelf, maar vooral over het lijden dat daaraan vooraf gaat. De dood zelf is meer een staat van zijn of niet-zijn, al naar gelang je levensbeschouwing is (zelf ga ik voor een nieuwe staat van zijn). Het lijden dat de aanloop kan vormen van het sterven zelf, is iets waar we het niet over hebben of willen hebben. En als we het erover hebben, gaat het vaak over hoe we dat kunnen overslaan of voorkomen.
    Dat heeft er denk ik ook mee te maken dat we een individualistische samenleving zijn geworden. We leven los van elkaar, niet meer als deel van een groter verband. Een eeuw (of anderhalf) geleden was het doodnormaal dat grootmoeder bij het gezin inwoonde, en daar stierf als de tijd daar was. Het hele gezin was daarbij betrokken en het lijden werd daar gedeeld in verbinding met elkaar. Nu sterven we vaak een stuk anoniemer, in een verzorgingshuis of ziekenhuis. Het schrikbeeld van de eerste corona golf, waarbij er zoveel mensen totaal alleen en eenzaam zijn gestorven, zonder menselijk contact, zonder een hand op de arm of een hand op het voorhoofd, is voor mij bijna onverdraaglijk.
    Het lijkt me dat dat individualistische karakter van deze tijd een verklaring kan zijn waarom zoveel mensen die fase liever overslaan en er ook niet over willen praten. Terwijl er denk ik ook een grote levensles en wijsheid zit in het met elkaar doorléven van zo’n laatste fase. Ook als er pijn is, en verdriet. Het leven verdikt zich in die fase, als een ui wordt je afgepeld en kom je tot elkaars kern en daar tref je leven aan en liefde. Elkaar daarin dragen, je verbonden voelen. Dat draagt ook een schoonheid in zich. Weer een nieuwe ervaring die je opdoet, zo vlak voor je overgaat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.