Vrijdag Zindag nr. 182 – Definitie-impasse

Vrijdag Zindag

André Droogers

Vrijdag Zindag nr. 182 – 4 april 2025

Deze week:

Definitie-impasse

Wanneer is er sprake van racisme, fascisme, genocide?

Wanneer mag je iemand fascist of racist noemen? Of wanneer is er voldoende reden om te zeggen dat een staat genocide pleegt? Voor de hand liggend antwoord: hangt af van de definitie. Inderdaad, maar daar zit nu net het probleem.

Impasse

Dat er over de begrippen fascisme, racisme en genocide veel discussie is, geeft al aan dat mensen ijverige betekenisgevers zijn. Bovendien wegen belangen mee. Het basisidee is weliswaar dat de definitie in het gezaghebbende woordenboek of in het wetboek maatgevend is. Maar dat betekent niet dat de discussie dan voorbij is. 

Voor de persoon of de regering die dat ene etiket liever niet opgeplakt krijgt, is tegenspraak een noodzaak. Men hanteert een particuliere versie van het omstreden begrip, eventueel met steun van een ingehuurde deskundige. Uiteraard zorgt de eigen variant voor vrijspraak. De daarop volgende discussie levert een vracht aan definities op, eentje per politieke bubbel. Er ontstaat een definitie-impasse.

Grensgevallen

Dat er twijfelgevallen zijn, maken spraakmakers duidelijk die een dubieuze uitlating beginnen met de verzekering ‘ik ben geen racist / fascist hoor, maar ik vind wel dat…’. Zo iemand sluit vaak af met de retorische vraag ‘Mag ik dat zeggen?’, als een erkenning dat het standpunt afwijkt en dus permissie nodig heeft, maar gezegd mag of zelfs moet worden. Een bijsluiter met een definitie ontbreekt meestal. 

De definitie-impasse ontstaat ook doordat de beschuldigde gebruik maakt van het feit dat de eigen positie zelden gehoorzaamt aan de totale set kenmerken die hoort bij de definitie die de tegenpartij hanteert. Er ontbreekt bijvoorbeeld één kenmerk uit die definitie, zoals bij genocide de expliciete bedoeling of het aantal slachtoffers. Valt die casus dan nog onder dat begrip? Op die manier lukt het mensen en staten zich vrij te pleiten van fascisme, racisme en genocide.

Familiegelijkenis

De filosoof Ludwig Wittgenstein (1889-1951) bedacht een uitweg uit de definitie-impasse. Hij populariseerde het al langer circulerende begrip ‘familiegelijkenis’. Zoals kinderen uit eenzelfde gezin op elkaar kunnen lijken en toch duidelijk verschillen, zo zit het ook met concrete voorbeelden die per definitie onder één begrip worden gesorteerd. Voor het definiëren betekent dit dat je uit meer voorbeelden een lijstje met kenmerken destilleert, maar die hoeven niet allemaal in elk voorbeeld voor te komen. Niettemin is er sprake van frappante gelijkenis. Als niet alle kenmerken in een concreet geval hoeven voor te komen, vallen grensgevallen ook onder een begrip en worden die toch meegenomen.

Winst

Ogenschijnlijk maakt het idee van de familiegelijkenis de discussie complexer, want bij elk begrip hoort het voorbehoud dat er een rand mee komt van grensgevallen. De winst is dat de discussie over een term in een ruimer kader komt te staan. Iedereen die een definitie hanteert moet gezien worden als slechts één van de vele betekenisgevers. Verdedigend definiëren door dat ene compromitterende kenmerk van de eigen situatie buiten de definitie te houden, is dan niet meer mogelijk. De discussie is nooit af. Bovendien draagt de actualiteit steeds nieuwe voorbeelden aan. Zijn Poetin en Trump fascisten? Is Faber racist? Pleegt Israël genocide?

Kernwaarden

Wittgenstein helpt ons op weg naar een betere wereld. Het idee van de familiegelijkenis maakt ons alert, vooral als kernwaarden in het geding zijn, zoals bij fascisme, racisme en genocide. Het is niet nodig dat een situatie eerst alle kenmerken moet vertonen voordat alarm geslagen wordt. Ook al lijkt de discussie eindeloos, de onderliggende waardenzijn doorslaggevend. Schending van waarden als medemenselijkheid en mededogen kan al vroeg gesignaleerd worden. Dan kan altijd noggekeken worden, door een rechter of in grondig onderzoek,of een beschuldiging terecht is. Maar veel ellende kan worden voorkomen.

Definities oefenen

Autocratie, terrorisme, gender, migrant, elite, vervuiling, crisis. 

Dialoogje

Haiku

3 gedachten over “Vrijdag Zindag nr. 182 – Definitie-impasse

  1. Dag André,

    Definities die steeds fijnmaziger worden, zijn bijgevolg steeds minder trefzeker en er valt steeds minder onder. Precies zoals je beschrijft. Iain McGilchrist in The Matter with Things beschrijft dit als de voortgaande hegemonie van de linker hersenhelft (LH) die in een waanwereld (hall of mirrors) alleen gelooft wat er letterlijk staat, of het onzin is of niet. Deze hegenomie is niet alleen verantwoordelijk voor de definitie-rommel, maar ook voor de toeslagenaffaire, doordraaiende bureaucratie en zo nog wat aan maatschappelijke ongein.

    Nederland heeft het nadeel dat het spreekwoord ‘De uitzondering bevestigt de regel’ in dit land niet geldt. Uitzonderingen die niet onder de regel=definitie vallen mogen niet bestaan en op die manier loopt alles vast, precies zoals je een schroef aandraait.

    De remedie? Wittgenstein? Ik ben daar niet zo zeker van. Familiegelijkenis lijkt aardig, maar zolang de familiegelijkenis ertoe leidt dat alle ‘lagere’ gevallen worden opgetrokken naar de ‘hogere’ helpt het geen zier, maar wordt het nog erger. De lagere misstap krijgt de beoordeling en behandeling van het hogere misdrijf, dankzij de familiegelijkenis. Dit is wat ik zie.

    Theoretisch geeft Wittgenstein een mooie oplossing, maar in onze steeds meer linksbreinige samenleving keert zich dat tegen zichzelf en tegen de ‘man in de straat’ die zich ineens geconfronteerd ziet met beschuldigingen waar hij geen weet van heeft en dus ook geen weerwoord op heeft. En jou en mij kan dit ook overkomen. Slechts één vinkje scheidt ons van Kafka!

    Kan het anders? Een trend die al een paar eeuwen aan de gang is, sinds de Verlichting, kun je niet keren op een stuiver. Dat is een tanker en geen helikopter. Ik ben daar somber over. Er zijn te veel gebieden, zoals onderwijs, kunst en muziek en andere ‘softe’ vakken bij betrokken, die op dit moment nog steeds uitgekleed worden, om hier hoopvol over te zijn. Want daar moet het uit komen, onderwijs in niet meteen cognitieve vakken. Gisteren was er het bericht dat schoolzwemmen niet terugkomt op de lagere school omdat het niet tot het kerncurriculum behoort van de typisch cognitieve vakken van rekenen en taal. Wat een armoe!

    De hoop is het besef dat het slingers zijn, die echter langzaam gaan. Over onze tijd in dit leven heen. Er het beste van maken voor kinderen buiten de school is dus de oplossing. Dus jouw poëzie-bijdrage, dat is wat we moeten hebben!

    Groet,

    Jan Willem

  2. spelenderwijs

    jij bent ……
    ik ben ……
    stoplicht impasse
    verlichte ambulance
    ontvellen

    racist. fascist en genocide
    allen in een
    barbarisme
    beduvel monsters
    chaos en kwaad

    10 woorden heil
    op weg
    zoekend
    betekenis geven
    wereldwijd behagen
    een utopie

    Paul Letterie sr

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.