Vrijdag Zindag nr. 176 – Wat heet religie?

 

Religie is bezig met een comeback, lijkt het. Auteurs zoals Lieke Marsman, Victor Kal en Jan Warndorff, die te boek stonden als atheïst, schrijven nu welwillend over religie, al varieert de invulling van het begrip. 

Een raar begrip

Begrijpelijk, want religie is in feite een raar begrip. Het werd pas echt gemeengoed toen er niet langer alleen maar religieuze mensen waren. Atheïsme kwam op in de context van het christendom. Daardoor werd religie als begrip veralgemeniseerd vanuit dat specifieke voorbeeld. Definities van religie presenteerden het sacrale / heilige / goddelijke / bovennatuurlijke als kerneigenschap, want dat aspect onderscheidde gelovigen van atheïsten. Verder werden heilige schriften, dogma’s, moraal en ritueel genoemd als typerende kenmerken. 

Later deden andere wereldreligies mee in de beeldvorming. Dat er vormen van boeddhisme zijn zonder godsbegrip leidde dan tot discussie over de vraag of boeddhisme ook een religie mocht heten. En dan waren er nog duizenden schriftloze religies van zogenoemde stamsamenlevingen, zonder heilige boeken. 

Verschillen of overeenkomsten?

Door het uitvergroten van het contrast tussen religie (primair christendom) en atheïsme, kwam de nadruk te liggen op de verschillen tussen een religieuze en een niet-religieuze levensbeschouwing. Dat beperkte de blik. Overeenkomsten waren niet relevant. Dat nu auteurs met een ogenschijnlijke atheïstische achtergrond enige sympathie voor religie weten op te brengen, duidt erop dat ze veeleer op overeenkomsten letten dan op de – intussen nogal uitgekauwde – verschillen. 

In de studie van religies is trouwens al een tijdje een soortgelijke trend waarneembaar. Dat is te zien in religiedefinities die de nadruk leggen op haar functies en taken, zonder het sacrale etcetera te vermelden. Religie is dan bijvoorbeeld ‘antwoord op de diepste levensvragen’. Dit type definitie omvat ook levensbeschouwingen die God noch diens gebod een plek gunnen. Zo valt er ineens veel meer onder het kopje ‘religie’, atheïsme en humanisme inbegrepen. En volgens sommigen ook voetbal. 

Overstijgende gehelen

Vanuit de nadruk op levensvragen kun je, in plaats van het sacrale als vertrekpunt, een andere, algemeen menselijke ingang kiezen om over religie na te denken. Bijvoorbeeld dat alle mensen een problematische relatie onderhouden met wat hen overstijgt. Daaruit vloeien stevige levensvragen voort. Denk aan tijd en dus dood, aan de onmetelijke ruimte en het nietige planeetje aarde, plus het nog nietiger mensje. Ook de samenleving kan als overstijgend ervaren worden, net als het niet uit te roeien kwaad in mensen. Dat er psychotherapeuten zijn, duidt erop dat er mensen zijn die hun ‘zelf’ als overstijgend ervaren.

Het overstijgende overstegen

Opvallend: ook het goddelijke overstijgt de mens. Maar dat grotere geheel is benaderbaar. Elke religie die gericht is op het sacrale heeft daar een eigen recept voor. Bovendien helpt het goddelijke om de andere overstijgende gehelen een plek in een beheersbaar systeem te geven. God overstijgt alles wat de mens overstijgt en weet er raad mee. Voor gelovigen in deze religies is dat handig bij hun zoektocht naar antwoorden op de diepste levensvragen. 

De poging om het overstijgende leefbaar te maken was lang religieus van aard, dus via het goddelijke. Maar in wezen volgen niet-religieuze levensbeschouwingen dezelfde strategie, door te focussen op de positieve kant van één of meer van die overstijgende verschijnselen, zoals het goede in de mens, of de weldadige ervaring deel te zijn van het universum. Daarmee vond men evengoed antwoorden op de diepste levensvragen, alleen zonder een beroep op een goddelijke grootheid. 

Wat is in een woord?

De vraag wat religie mag heten, is eigenlijk een laatste rondje conflict tussen religie (lees: christendom) en atheïsme. Nog even komen verschillen aan bod, voordat men de nadruk legt, zoals bovengenoemde auteurs doen, op de overeenkomsten. Men kan nu elkaar omhelzen als bondgenoten in de zoektocht naar het goede leven. Levensbeschouwing is de grootste gemene deler, of wereldbeeld, of levenskunst. Of toch religie. Kies maar, het draait uiteindelijk om het spel met mogelijkheden om overstijgende grotere gehelen een plek te geven in het eigen leven.

Dialoogje

Haiku

/

 

5 gedachten over “Vrijdag Zindag nr. 176 – Wat heet religie?

  1. Goede André,

    1. Wie naar religieus gedrag kijkt, ontdekt dat de verschillende religies in uitingsvormen, ervaring en structuur veel gemeen hebben. In onze situatie zou de (h)erkenning daarvan in de ontmoeting verrassend kunnen zijn en vooroordelen ontzenuwen.
    In mijn contacten met verschillende Islam-praktiserenden zie ik als liturg veel structurele overeenkomsten tussen hun praxis en de gesloten levensstijl van traditionele christenen en anderen, die een ziel hebben.
    Zoals de NPO-serie over de levensstijl van een deel van de Islamieten liet zien, bestaat er onder ons zelfs een Islamitische Biblebelt.
    Overigens ook de Aziatische religies en de boeddhistische praxis worden ingepast in de levensstijl van nogal wat anders of niet-gelovigen.

    2. Als ik nog tijd van ‘leven’ heb, begin ik eerdaags een nieuwe serie over mystiek en daarbij zullen Rumi (op dit ogenblik onder christenen nogal populair) en Soefi niet ontgaan kunnen worden. Evenals de mystieke ervaringen van atheïsten, van wie velen zich agnost noemen.

    Groet, Jan.

    PS. Albert Camus – over wie ik een boekje schreef, dat door tijdgebrek in statu nascendi bleef – wilde beslist geen atheïst of agnost genoemd worden. Hij hield dat open en was bevriend met de benedictijnen.

  2. Dag André,

    Wat als we zouden kunnen concluderen dat schrijvers, die als atheïst te boek staan en nu milder schrijven over religie, tot de conclusie zijn gekomen dat atheïsme zelf een godsdienst is, met rabiate verdedigers/inquisiteurs zoals Dawkins. Ik denk dat ze helemaal niet welwillender zijn tegenover de christelijke religie, maar hebben bedacht dat de atheïstische inquisitie niet het juiste antwoord is. Daar ben ik het geheel mee eens.

    Trouwens de richting die het dan opgaat, ook in jouw stuk al speurbaar, dat alles eigenlijk religie is, en dus dat niets het is. Het vergif zit natuurlijk in het woordje ‘eigenlijk’.

    Uiteindelijk kennen we allemaal uitdrukkingen die daarop duiden: Geld als god, de mammon, ‘maken van hun buik hun god’. Vermoedelijk hebben we allemaal een klein doosje waarin iets heel kostbaars zit, een geheim, mogelijk zelfs voor jezelf, dat uiteindelijk overstijgend is. Want dat is het ‘eigenlijke’ dat religie is. Dan is religie een niet-woord geworden, betekenisloos, omdat het voor iedereen iets anders betekent. Lijkt mij prima, want dan kun je er ook niet meer over vechten. Bovendien kun je dan, ook als gelovige, geen beroep doen op “God zegt”. Dat lijkt mij ook prima.

    Weinig bekend is dat bij het ontwerpen van het Handvest van de VN voor de mensenrechten sommige afgevaardigden (m.n. Frankrijk) tegen het opnemen van godsdienst als een mensenrecht waren, omdat de uitingsvormen door de andere mensenrechten al gewaarborgd waren. Mevr. Roosevelt was tegen en zo is het er toch in gekomen. Met alle schade van dien. Nog minder bekend is waar wij vandaan komen. In de Unie van Utrecht (1579) was voorzien dat je mocht geloven wat je wilde (inquisitie verbod), maar het was in de praktijk verboden er uiting aan te geven, tenzij het de Protestantse versie was.

    Kortom, over religie kun je het beter niet hebben, of: Er komen alleen maar hete hoofden en koude harten van. De verzonnenheid is absoluut in mijn ogen. Religie is een menselijk product, net als ijzer, waar je ploegen en zwaarden van kunt maken. Liefde en compassie, maar ook inquisitie en vervolging zijn producten van religie. Deze week kwam in de Tweede Kamer aan de orde dat vrouwen die abortus wensen hun motief zouden moeten opgeven. Treurig, om zo het abortusdebat weer aan te kaarten met een verborgen christelijke agenda. Wij mensen lijden al voldoende aan de fictieve noodzakelijkheden in onze maatschappij en als de religieuze er af zouden kunnen, wordt het een stuk dragelijker

    Groet,

    Jan Willem

  3. oost west thuis best

    religie dialoog
    geloven op een kussen
    daar slaapt
    de duivel tussen?
    heelt alle wonden – nu

    geloven zonder
    godsbegrip
    onbegrepen taal
    bruggenbouwers
    onderscheiden

    diversiteit
    doet leven
    leve de diversiteit
    blijheid in tranendal
    mijn god ook de jouwe?

    waar is god
    trump en poetin
    duivelsgedrochten
    zonder goddelijke
    grootheid

    stadions schreeuwend
    godsbesef
    kerk en moskee
    vluchtheuvel?
    extreem
    als duivelsgebroed

    zijn witte tulpen zwart?

    toverhazelaar hier geel

    paul letterie sr

  4. Dag Andre,

    Leuk stuk! Alleen heb ik mijzelf nooit als atheist gezien of geprofileerd, en dat geldt volgens mij ook voor Viktor Kal — maar dat doet er niet zo toe. Als ik me nu afvraag waarin voor mij de kern van het religieuze schuilt, dan denk ik als eerste aan de erkenning van mysterie, en de wil om dat altijd te gedenken. Dat is het overstijgende, wat mijn zelf nietig maakt. Bron van deemoed en zorg.

    Hartelijke groet,
    Jan

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.