Toont jouw eindexamenvrees niet wat de vruchten zijn van de diepe downloads uit je jeugd?
Mijn reactie op metaniveau is tweeledig:
1. Dat wat iemand in zijn leven heeft gedaan, mits zo dat hij in de spiegel ziende zich niet hoeft te schamen, behoort tot het leerproces dat leven heet. Maar ook daar waarvoor je je wel geschaamd hebt, behoort tot dat proces. Dan is schaamte misplaatst, want het heeft je geleerd dat het zo niet moest en is eerder dankbaarheid op zijn plaats. Kortom, van waar die vrees?
2. Wie heeft verordonneerd dat er aan het einde een oordeel is? Er is een einde aan het leven en als dat moment nadert maar nog niet imminent is, zoals bij mij het geval is, kan men leren zien en fysiek beleven dat de mens als onderdeel van de natuur inherent incompleet is, hetgeen meebrengt dat dit soort ‘doelen’ (zoals het eindexamendiploma voor het leven) lijden aan het fenomeen van het ‘onbereikte’. De incompleetheid ís het eindproduct, net zoals de bewuste weeffout in een Oosters tapijt, niet om te bewijzen dat alleen Allah of God volmaakt is, maar om te (h)erkennen dat de weeffout bewust werd gemaakt. Het is de herkenning en erkenning van het ‘genoeg’. De beleving ervan in de ouderdom, dus fenomenaal door het meemaken van de fysieke teruggang, maakt juist deze beweging mogelijk. Maar als dan het gestelde onder 1 ook geldig is, waar zou een mens zich dan druk over maken?
3. Kortom, het is deze herkenning en erkenning die, mits niet alleen cognitief, maar ook fysiek, dus fenomenaal gerealiseerd, elke vrees doet verkeren in blijmoedige aanvaarding van het ‘zo-zijn’, immers de (h)erkenning van het ‘onbereikte’.
Dag André,
Ik ben verrast. Ik zou, als ik nu eindexamen Gymnasium Alpha moest doen, zeker zijn gezakt. De kennis, de onderwijsmethode en de verwerking ervan, zijn nogal veranderd. En ikzelf ook.
Ik kan me echter niet herinneren dat ik heel erg nerveus was, alsof ik er wel op vertrouwde. Nadien ging ik nota bene rk theologie studeren, maar voordat dit uitliep op een wijding ben ik gaan twijfelen. En dat is door blijven gaan, die twijfel. De daaropvolgende studie godsdienstwetenschap (religiestudie), met zwaartepunt Oosterse religies, bracht aanvankelijk een door wetenschap getemperd enthousiasme voor het fenomeen religie, ook in het eigen leven, maar uiteindelijk ook steeds weer twijfel, een twijfel die ik overigens wel als positief ben blijven ervaren. De veertig daarop volgende jaren aan de universiteiten, in een wereld die stevig veranderde, ook wat betreft de visie op en de beleving van religie(s) en religiositeit, hebben mijn interesse in en ook het sensorium voor religi(e)ositeit) alleen maar doen behouden. Ik denk dat ik er best veel van weet of althans wist, maar ook dat ik er in de diepte van mezelf niets van begrijp. Op jouw zeer persoonlijke verhaal dus een persoonlijk verhaal.
hoewel ex uit is
en amen zo zal het zijn
examenvrees blijft
Dag André,
Toont jouw eindexamenvrees niet wat de vruchten zijn van de diepe downloads uit je jeugd?
Mijn reactie op metaniveau is tweeledig:
1. Dat wat iemand in zijn leven heeft gedaan, mits zo dat hij in de spiegel ziende zich niet hoeft te schamen, behoort tot het leerproces dat leven heet. Maar ook daar waarvoor je je wel geschaamd hebt, behoort tot dat proces. Dan is schaamte misplaatst, want het heeft je geleerd dat het zo niet moest en is eerder dankbaarheid op zijn plaats. Kortom, van waar die vrees?
2. Wie heeft verordonneerd dat er aan het einde een oordeel is? Er is een einde aan het leven en als dat moment nadert maar nog niet imminent is, zoals bij mij het geval is, kan men leren zien en fysiek beleven dat de mens als onderdeel van de natuur inherent incompleet is, hetgeen meebrengt dat dit soort ‘doelen’ (zoals het eindexamendiploma voor het leven) lijden aan het fenomeen van het ‘onbereikte’. De incompleetheid ís het eindproduct, net zoals de bewuste weeffout in een Oosters tapijt, niet om te bewijzen dat alleen Allah of God volmaakt is, maar om te (h)erkennen dat de weeffout bewust werd gemaakt. Het is de herkenning en erkenning van het ‘genoeg’. De beleving ervan in de ouderdom, dus fenomenaal door het meemaken van de fysieke teruggang, maakt juist deze beweging mogelijk. Maar als dan het gestelde onder 1 ook geldig is, waar zou een mens zich dan druk over maken?
3. Kortom, het is deze herkenning en erkenning die, mits niet alleen cognitief, maar ook fysiek, dus fenomenaal gerealiseerd, elke vrees doet verkeren in blijmoedige aanvaarding van het ‘zo-zijn’, immers de (h)erkenning van het ‘onbereikte’.
Groet en fijn weekend,
Jan Willem
Dag André,
Ik ben verrast. Ik zou, als ik nu eindexamen Gymnasium Alpha moest doen, zeker zijn gezakt. De kennis, de onderwijsmethode en de verwerking ervan, zijn nogal veranderd. En ikzelf ook.
Ik kan me echter niet herinneren dat ik heel erg nerveus was, alsof ik er wel op vertrouwde. Nadien ging ik nota bene rk theologie studeren, maar voordat dit uitliep op een wijding ben ik gaan twijfelen. En dat is door blijven gaan, die twijfel. De daaropvolgende studie godsdienstwetenschap (religiestudie), met zwaartepunt Oosterse religies, bracht aanvankelijk een door wetenschap getemperd enthousiasme voor het fenomeen religie, ook in het eigen leven, maar uiteindelijk ook steeds weer twijfel, een twijfel die ik overigens wel als positief ben blijven ervaren. De veertig daarop volgende jaren aan de universiteiten, in een wereld die stevig veranderde, ook wat betreft de visie op en de beleving van religie(s) en religiositeit, hebben mijn interesse in en ook het sensorium voor religi(e)ositeit) alleen maar doen behouden. Ik denk dat ik er best veel van weet of althans wist, maar ook dat ik er in de diepte van mezelf niets van begrijp. Op jouw zeer persoonlijke verhaal dus een persoonlijk verhaal.
angstland
een leven lang leren en examen
dag in dag uit
vrees, elke dag
houdt niet op
in dromen
examinator als
donkere woekeraar
spiedend en van argwaan vervuld
bliksemschicht in rug
een petrus aan
de hemelpoort
jij wel ik niet?
religie als
examen tussen hoop en vrees
ook kiemkracht naar verder
dan nu!
een schreeuw op de plaats rust
rust zacht
mijn liefste zijn.
Paul Letterie sr