Vergeef me, maar ik heb over deze Zindag een opmerking/aanvulling.
Het woord geloof heeft etymologisch de betekenis van vertrouwen (in). Vertrouwen hebben is een rationele actie in iets of iemand.
Het woord geloof in het materialistische denken is meer verbonden met credo quia absurdum, toegeschreven aan Tertullianus (3e eeuw CE), en daardoor verbonden geraakt met irrationaliteit. Op zich is iets geloven omdat het absurd is inderdaad absurd.
Persoonlijk denk ik dat de mens, niet alleen de moderne, maar eerder kon men zijn mond moeilijk open doen, in de loop van de tijd het vertrouwen inderdaad is verloren, niet in het geloof, maar in de kerk. Een organisatie die zoveel ongein heeft uitgehaald als de kerk en alle kerken tevens, verdient in onze ogen geen vertrouwen meer, het is verspeeld. Een enkeling kan door het instituut kerk heen zien en zijn geloof bewaren. Maar velen, geïnfecteerd door het quia absurdum virus kunnen dat niet, en dit gevoegd bij het verloren vertrouwen haken zij af, definitief en onherstelbaar.
Vreemd, maar misschien ook wel logisch, nu wordt de geloofsfaculteit van de mens, met name die in het transcendente, daardoor kennelijk niet aangetast. De mens blijft geloven, maar dat geloof is geïndividualiseerd, versplinterd zelfs en niemand kan iets zeggen ten nadele van het geïndividualiseerde geloof van een ander, hoe zot het ook voorkomt. Complottheorieën zijn er te over inmiddels. Complottheorieën vallen paradoxaal genoeg in de quia absurdum categorie. Ze zijn immers niet te bewijzen, noch te ontkrachten, net als geloof.
Geloven in wetenschap is dus in werkelijkheid vertrouwen op wetenschap, als onkritisch gedaan misschien ook niet ongevaarlijk, net zo als ‘blind’ vertrouwen op geloof van welke religieuze soort ook. Men weet niet meer wat men kan geloven, versterkt door nepnieuws, en in de toekomst ook nog eens AI. Dan is het niet vreemd dat niet alleen in de kerk mensen afhaken, maar in de maatschappij ook. Zie de genoemde complottheorieën.
Erachter zit, denk ik, de diepgevoelde wens naar een houvast dat Waar is. Helaas, de moderne mens moet het zonder doen en kan dat houvast alleen in zichzelf vinden, dus in zijn vertrouwen op het eigen oordeel. Maar daar is veel werk voor nodig en niet iedereen is bereid dat werk te verzetten.
Er is een mooi boek van Ajahn Brahm geheten: Who ordered this truckload of dung? De stapel mest voor je eigen deur gelegd, door niemand, moet je zelf wegkruien, al of niet met plooibaar taalgebruik, lees dus spel.
Geïnspireerd door Willem Glaudemans met zijn kijk op God en goddelijkheid kan ik mij vinden in zijn teksten:
“De oude religie is voorbij. Het kan de trilling van de nieuwe tijd niet absorberen. De vormen ervan zijn leeg en zonder energie. Liefde zoekt een andere bedding.
Het gaat niet meer om een in vormen vastgelegde godsdienst, maar om een universeel Weten. Geloven wordt Weten.
Het ego is alle voorbije godsdiensten binnengeslopen en precies dat maakt waarom religies in de nieuwe tijd voorbij zijn.
God is louter liefde en anders niet. Laten we God bevrijden uit religie en theologie.
Religie is van bovenaf georganiseerd in plaats dat ieder mens het goddelijke in hem en in de schepping herkent.”
Uit “Alles is één” .
Drie opmerkingen:
1. Geloven is in iets, dat niet klopt. Het heeft altijd de bijklank (net zoals in de wetenschap cq. Wetenschap) ‘niet rationeel weten of te bewijzen’. Dirk de Wachter noemt zich niet atheïst, maar post-theist of zoiets. Is hij daardoor toch gelovig?
2. De gangbare vraag: ‘Bent u gelovig?’ ervaar ik niet als: ‘bent u lid van een geloofsclub?’, maar roept het antwoord op: ‘Hoe bedoel je?’, ‘Dat ligt maar aan waarin’.
Of wordt bedoeld: ‘Doe je aan god?’.
3. Ik ontmoette vanavond iemand, die zei (toen ik vroeg of ze wist wat Pinksteren betekent): ‘ik was geen lid van de kerk, maar van de Volle evangelie gemeente’. Bij iemand uit de Islam blijkt veel uit het antwoord: ‘bid je de dagelijkse gebeden?’.
Die gelovig-vraag betekent ook: je bent geen lid, maar je bent het.
Het is heel ingewikkeld.
Maar gelukkig blijken wetenschappers die onderzoek! doen, ook onwetend t.a.v. het taalgebruik, zoals ik steeds weer merk (net al jij).
Jan
O, ja: André, ben jij gelovig of alleen doopsgezind? Is geloof een spel, ervaring of beide? Is het mijn betekenis-spraakspel, of is er ervaring van tegenspel / eventueel initiatief? Dat laatste benoemen veel mensen als Allah of ‘god’ of hoe je maar wilt… Maar zelfs antropologen weten niet zeker of het spel ergens op slaat en waarop dan?!
l.s.
André,
Ik en gelovig en goed.
Goedgelovig van huis uit en in.
Wel meer minder maar toch?
de dooddoener ’t is zoals het is!
Goed geloven is pijnlijk wel of geen of een beetje hiernumaals of namaals.
Vele woningen wel is waar? tiny?
Toch geniet ik bij tijd en wijle van het gebeuren in de Grote kerk Dordrecht.
Toch een gebeuren dat geloven
een warme groet is meer dan een groet
Paul Letterie sr
Dag André,
Vergeef me, maar ik heb over deze Zindag een opmerking/aanvulling.
Het woord geloof heeft etymologisch de betekenis van vertrouwen (in). Vertrouwen hebben is een rationele actie in iets of iemand.
Het woord geloof in het materialistische denken is meer verbonden met credo quia absurdum, toegeschreven aan Tertullianus (3e eeuw CE), en daardoor verbonden geraakt met irrationaliteit. Op zich is iets geloven omdat het absurd is inderdaad absurd.
Persoonlijk denk ik dat de mens, niet alleen de moderne, maar eerder kon men zijn mond moeilijk open doen, in de loop van de tijd het vertrouwen inderdaad is verloren, niet in het geloof, maar in de kerk. Een organisatie die zoveel ongein heeft uitgehaald als de kerk en alle kerken tevens, verdient in onze ogen geen vertrouwen meer, het is verspeeld. Een enkeling kan door het instituut kerk heen zien en zijn geloof bewaren. Maar velen, geïnfecteerd door het quia absurdum virus kunnen dat niet, en dit gevoegd bij het verloren vertrouwen haken zij af, definitief en onherstelbaar.
Vreemd, maar misschien ook wel logisch, nu wordt de geloofsfaculteit van de mens, met name die in het transcendente, daardoor kennelijk niet aangetast. De mens blijft geloven, maar dat geloof is geïndividualiseerd, versplinterd zelfs en niemand kan iets zeggen ten nadele van het geïndividualiseerde geloof van een ander, hoe zot het ook voorkomt. Complottheorieën zijn er te over inmiddels. Complottheorieën vallen paradoxaal genoeg in de quia absurdum categorie. Ze zijn immers niet te bewijzen, noch te ontkrachten, net als geloof.
Geloven in wetenschap is dus in werkelijkheid vertrouwen op wetenschap, als onkritisch gedaan misschien ook niet ongevaarlijk, net zo als ‘blind’ vertrouwen op geloof van welke religieuze soort ook. Men weet niet meer wat men kan geloven, versterkt door nepnieuws, en in de toekomst ook nog eens AI. Dan is het niet vreemd dat niet alleen in de kerk mensen afhaken, maar in de maatschappij ook. Zie de genoemde complottheorieën.
Erachter zit, denk ik, de diepgevoelde wens naar een houvast dat Waar is. Helaas, de moderne mens moet het zonder doen en kan dat houvast alleen in zichzelf vinden, dus in zijn vertrouwen op het eigen oordeel. Maar daar is veel werk voor nodig en niet iedereen is bereid dat werk te verzetten.
Er is een mooi boek van Ajahn Brahm geheten: Who ordered this truckload of dung? De stapel mest voor je eigen deur gelegd, door niemand, moet je zelf wegkruien, al of niet met plooibaar taalgebruik, lees dus spel.
Groet en fijn Pinksterweekend,
Jan Willem
waarheid als een koe
aannemen en vertrouwen
twijfel overwint
Geïnspireerd door Willem Glaudemans met zijn kijk op God en goddelijkheid kan ik mij vinden in zijn teksten:
“De oude religie is voorbij. Het kan de trilling van de nieuwe tijd niet absorberen. De vormen ervan zijn leeg en zonder energie. Liefde zoekt een andere bedding.
Het gaat niet meer om een in vormen vastgelegde godsdienst, maar om een universeel Weten. Geloven wordt Weten.
Het ego is alle voorbije godsdiensten binnengeslopen en precies dat maakt waarom religies in de nieuwe tijd voorbij zijn.
God is louter liefde en anders niet. Laten we God bevrijden uit religie en theologie.
Religie is van bovenaf georganiseerd in plaats dat ieder mens het goddelijke in hem en in de schepping herkent.”
Uit “Alles is één” .
Goede André,
Drie opmerkingen:
1. Geloven is in iets, dat niet klopt. Het heeft altijd de bijklank (net zoals in de wetenschap cq. Wetenschap) ‘niet rationeel weten of te bewijzen’. Dirk de Wachter noemt zich niet atheïst, maar post-theist of zoiets. Is hij daardoor toch gelovig?
2. De gangbare vraag: ‘Bent u gelovig?’ ervaar ik niet als: ‘bent u lid van een geloofsclub?’, maar roept het antwoord op: ‘Hoe bedoel je?’, ‘Dat ligt maar aan waarin’.
Of wordt bedoeld: ‘Doe je aan god?’.
3. Ik ontmoette vanavond iemand, die zei (toen ik vroeg of ze wist wat Pinksteren betekent): ‘ik was geen lid van de kerk, maar van de Volle evangelie gemeente’. Bij iemand uit de Islam blijkt veel uit het antwoord: ‘bid je de dagelijkse gebeden?’.
Die gelovig-vraag betekent ook: je bent geen lid, maar je bent het.
Het is heel ingewikkeld.
Maar gelukkig blijken wetenschappers die onderzoek! doen, ook onwetend t.a.v. het taalgebruik, zoals ik steeds weer merk (net al jij).
Jan
O, ja: André, ben jij gelovig of alleen doopsgezind? Is geloof een spel, ervaring of beide? Is het mijn betekenis-spraakspel, of is er ervaring van tegenspel / eventueel initiatief? Dat laatste benoemen veel mensen als Allah of ‘god’ of hoe je maar wilt… Maar zelfs antropologen weten niet zeker of het spel ergens op slaat en waarop dan?!
Ik moest veel ??? gebruiken.
J.
l.s.
André,
Ik en gelovig en goed.
Goedgelovig van huis uit en in.
Wel meer minder maar toch?
de dooddoener ’t is zoals het is!
Goed geloven is pijnlijk wel of geen of een beetje hiernumaals of namaals.
Vele woningen wel is waar? tiny?
Toch geniet ik bij tijd en wijle van het gebeuren in de Grote kerk Dordrecht.
Toch een gebeuren dat geloven
een warme groet is meer dan een groet
Paul Letterie sr