Vrijdag Zindag 191 – Pinksteren antropologisch bekeken

Pinksteren antropologisch bekeken

Net als Hemelvaartsdag (Vrijdag Zindag van vorige week) zit Pinksteren, het christelijke feest van de uitstorting van de Heilige Geest, vol betekenislagen. Die bouwen door de tijd op, van een als historisch verhaalde gebeurtenis naar een symbolische uitleg en de radicale afschaffing. Hier is mijn antropologische overzicht.

Eindeloze betekenisgeving

Ook het Pinksterverhaal is pas decennia na de verhaalde gebeurtenis opgeschreven, net als met het Hemelvaartverhaal gebeurde, en weer door Lukas. De orale traditie had het al vorm gegeven. Het verhaal is het vloertje waarop een kerktoren aan betekenissen is neergezet. Het wemelt van de mensen die hun eigen betekenissen toevoegen. Dat proces loopt van de uitstorting van de Heilige Geest tijdens het Joodse feest van Shavuot, via de introductie van de leer van de Drie-eenheid, langs de opkomst van Pinksterkerken, tot de Meubelboulevard van onze tijd.

De Joodse bron

Om te beginnen de Joodse kalender: daar was Shavuot, ook bekend als Wekenfeest, aanvankelijk een oogstfeest, later vooral het feest van de wet die God aan Mozes gaf. De naam Wekenfeest verwijst naar de zeven maal zeven weken, plus een dag, na Pesach. Het getal vijftig speelt nog een rol, namelijk in het Joodse Jubeljaar. Dat kwam elke vijftig jaar terug, maar wordt nu niet meer gehouden. In dat Jubeljaar kwamen lijfeigenen vrij en werden schulden kwijtgescholden. Men begon dus met een schone lei aan nieuwe sociale verhoudingen.  

De christelijke versie

Christenen hielden voor het Pinksterfeest dezelfde kalender aan, zeven weken plus een dag na Pasen/Pesach. Pinksteren als naam komt van pentekoste, Grieks voor vijftigste. Het Joodse feest van Shavuot werd gekerstend tot het feest van de uitstorting van de Heilige Geest. De Geest kwam wel al voor in het Jodendom, maar dan als aanwezigheid van God. Een voorbeeld is het scheppingsverhaal, waar de Geest over de wateren zweefde. Het idee van de Geest die schepping en creativiteit stimuleert, is gebleven in het Christendom. ‘De Geest waait’, zegt men dan. Christenen zagen de Geest bovendien als plaatsvervanger voor de in de hemel opgenomen Jezus. Analoog aan het Joodse feest van de wet werd de Geest gezien als ‘de wet geschreven in ons hart’. Anders gezegd: de set kernwaarden voor menselijk gedrag is in de mens ingebouwd. Na een aantal eeuwen werd het idee van een Drie-eenheid in de theologie opgenomen: Vader, Zoon en Heilige Geest.

Van beweging naar institutie

Het Pinksterfeest markeert verder de geboorte van de wereldkerk, als een soort echo van het Jubeljaar met zijn nieuwe sociale relaties. Dat idee zit ook in het verhaal als de aanwezigen bij de uitstorting van de Geest elkaar ondanks taalverschillen blijken te verstaan. Het ging immers om Joden uit allerlei landen die naar Jeruzalem waren gekomen voor Shavuot. De spraakverwarring, zoals verteld in het verhaal over de Toren van Babel, wordt zo ongedaan gemaakt. Het Christendom presenteert zich als een wereldreligie, voorbij etnische grenzen, talen en culturen.

De symbolische uitleg, zoals die voor Hemelvaartsdag mogelijk is, dient zich ook aan als Pinksteren gezien wordt als het begin van de kerk, met de Geest als geestelijke architect. Zo legitimeren verhaal en feest de geleidelijke overgang van beweging naar institutie. De stichter ontbreekt, maar hij had volgens de evangelisten bij leven al gezinspeeld op de Geest als plaatsvervanger. Zo werd de lijn die door de stichter was begonnen doorgetrokken in plaats van verbroken.

Elementen

Typerend is ook de rol van de elementen water, vuur en wind in het Pinksterverhaal. De uitstorting van de Geest wordt gezien als een doop met vuur. Bij de uitstorting van de Geest met Pinksteren verschijnen op de hoofden ‘tongen als van vuur’. Dat is nieuw, want de doop wordt primair uitgevoerd met water, zoals in het optreden van Johannes de Doper die Jezus doopte in de Jordaan. Bovendien wordt melding gemaakt van een sterke wind. Zo is er een link met de elementen aarde en hemel / lucht die bij de hemelvaart een rol speelden. De nieuwe religie continueert daarmee de elementen die ook al in het Oude Testament voorkomen.

Letterlijk versus symbolisch

Naast de symbolische is er altijd een letterlijke betekenisgeving gebleven, als van een historische gebeurtenis. Daarvan getuigt de kerkgeschiedenis, met als duidelijkste voorbeeld de Pinksterbeweging die rond 1900 ontstond en nu de grootste sector is in het Protestantisme. De gaven die toegeschreven worden aan de Geest functioneren in de ervaring van deze gelovigen als dagelijkse lijfelijke werkelijkheid: gebedsgenezing, visioenen, spreken in tongentaal (glossolalie) en profetie. De symboliek neemt men letterlijk. Ook dat is een manier van betekenis geven.

Misschien loopt er zelfs een symbolisch lijntje van Pinksteren naar de Meubelboulevard. In beide gevallen wordt een persoonlijk nieuw begin gemaakt. In het seculiere geval laat men zich, na misschien wel vijftig jaar, door de reclamegeest van het moderne kapitalisme inspireren om, volgens economische wetten, oud meubilair door nieuw te vervangen. Het leven wordt opnieuw ingericht, een feestdag ritueel gemarkeerd.

Dialoogje

Haiku

7 gedachten over “Vrijdag Zindag 191 – Pinksteren antropologisch bekeken

  1. Dank, André, voor jouw uitleg van Pinksteren. Naar aanleiding van de Hemelvaart wil ik graag toevoegen dat het getal 40 verwachtingsvol is. Veertig jaar in de woestijn, en Jezus 40 dagen. Het vervolg is het getal 50, altijd een teken van Gods bemoeienis, zo ook Pinksteren, na Hemelvaart.
    Wat ik ook nog wil toevoegen is dat Pinksteren eigenlijk het belangrijkste feest is, want we worden zelf aan het werk gezet, met de gedachte aan de wet gegeven bij de Sinai.

  2. André, dankjewel voor de lucide uiteenzetting van de opeenvolgende betekenissen van Pinksteren. Het helpt te begrijpen, de uitdrukking “de geest is uit de fles’. Te lezen als dat alles wat je zo uitstekend op een rij hebt gezet, niet of nauwelijks nog relevant is. Alleen nog geld, maar daar gaat Pinksteren niet over!
    Ik dronk deze morgen in een nieuwe zaak koffie. “Filter koffie not people ” stond op de shirts van het personeel. Variant van de meubelboulevard. Toch nog iets overgebleven van dat mooie feest.

  3. Uit mijn rk traditie:
    “Geest van wijsheid, Geest van raad,
    aller dingen zuiv’re maat.
    trooster die met wond’dre krachten,
    bijstaat wie naar u versmachten…..”

    Een groot pleidooi voor wijsbegeerte. De laat Romeinse filosoof Boëtius schreef zijn hoofdwerk over ‘De vertroosting door de wijsbegeerte’ (De Consolatione Philosophiae). Viel me zomaar in dat de Geest echt overal kan waaien.

  4. Dank André, aan de vooravond van het Pinksterfeest.
    Omdat het gemakkelijk misverstaan kan worden zou ik in de zin
    ‘Anders gezegd: de set kernwaarden voor menselijk gedrag is in de mens ingebouwd.’
    eerder iets willen formuleren met het woord inspiratie, de inspiratie die uitgaat van de Vader en de Zoon.
    Willem

  5. winden waaien

    in vuur en vlam
    verminkend of
    helend
    zuiverend

    tongentaal
    verbeeldend
    buiten zichzelf
    heiligend!

    heden
    scherpe tongen
    splitsend
    vernietigend

    aangeblazen
    blinde ziend
    doven horend
    door geest

    jubeljaar
    machthebbers
    satanische leiders
    verleiders
    brallende grootheidswaan
    een wilderse kuifkwaker

    schone lei
    sterretjes van goud
    geest over de wateren
    de duif in wording

    een roos verkwikt

    Paul Letterie sr

  6. Dag André,

    Inderdaad, bijzonder die historie van betekenissen, waarbij mij het gevoel bekruipt dat het gaat om historische toevalligheden die als je er achteraf naar kijkt een vermoeden van design lijken te vertonen, ongeveer op dezelfde manier als dat in evolutie lijkt te kunnen. Quod non! Het is eerder stochastisch en onherhaalbaar, berustend op kruispunten waarop een afslag eenmalig een richting in slaat die niet terug kan, wel net als in de evolutie.

    De vraag wordt dan, als het allemaal toevalligheden zijn, kàn het dan nog wel betekenis hebben? Ik kom dan terecht bij het coïncidentiebegrip van Jung. Niet de gebeurtenissen, noch enige volgorde daarin, maar de menselijke geest is de gever van betekenis. Dat is ook jouw punt. Die geest verzint het gewoon. En zo kom ik terug bij af: Het is verzonnen, maar niet zinloos of betekenisloos of waardeloos. Wijzelf zijn het die het doen, met of zonder Meester, Leider of Masiach.

    In die zin heeft Pinksteren voor mij toch een speciale betekenis, namelijk het herstel van de verbinding van de hemel met de aarde. De Geest werd uitgestort. Het fenomeen van het ‘verstaan’ bestaat namelijk in mijn ogen écht, zelf meegemaakt, 2 keer in Peru. Een keer tijdens een mis in het Quechua in de kathedraal van Cusco en een keer tijdens een ceremonie met een hoge sjamaan in de buurt van Cusco. Dat kàn dus niet!

    En toch, ……

    Groet,
    Jan Willem

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.