Vrijdag Zindag 190 – Hemelvaart?

Hemelvaart?

Vorige week ging de Vrijdag Zindag over de rol van verhalen in levensbeschouwingen. Ik beschreef het antropologische en godsdienstwetenschappelijke kader. Hemelvaartsdag is een mooie aanleiding om, vanuit dat algemene kader, één verhaal uit één religie wat beter te bekijken. Welke religieuze waarheid vertelt dit verhaal?

Het kader van vorige week draagt allerlei vragen aan over het hemelvaartverhaal: 

  • Wat voor betekenisgeving zorgde ervoor dat dit verhaal deel werd van de traditie? 
  • Hoe verhouden macht en betekenisgeving zich tot elkaar? 
  • Hoe zien de vertellers het heilige? 
  • Wat betekende het hemelvaartverhaal voor het ontstaan van de Jezus-beweging?
  • Wat zegt het verhaal over de ons overstijgende dood?
  • En wat betekent het voor de moderne gelovige?

Snel op zoek naar antwoorden.

Een menigte betekenisgevers

Wat direct opvalt: achter het bekende verhaal gaat een menigte betekenisgevers schuil, allemaal met eigen varianten. De plaats in de kalender suggereert dat de hemelvaart veertig dagen na de opstanding, dus Pasen, plaats vindt, en tien dagen voor Pinksteren. Die veertig dagen worden in slechts één tekst genoemd (Handelingen 1:3). Dat boek in het Nieuwe Testament wordt aan Lukas toegeschreven. In diens evangelie staat het hemelvaartverhaal ook, heel summier in enkele zinnen, zonder vermelding van de veertig dagen. Maar andere bijbelschrijvers lijken er vanuit te gaan dat opstanding en hemelvaart zo ongeveer tegelijk gebeurden. Het tijdschema van Lukas komt bij hen niet voor. In de Islam, waar Jezus gezien wordt als de voorlaatste profeet (Mohammed is de laatste), wordt de hemelvaart wel genoemd, maar daar gaat er geen kruisdood of opstanding aan vooraf. 

De periode van veertig dagen zet Hemelvaartsdag tussen Pasen en Pinksteren. Er wordt een kerkelijk feest toegevoegd aan de Joodse kalender. Pinksteren correspondeert met het Joodse feest Shavuot. Dat valt vijftig dagen na Pesach, of eigenlijk zeven weken vanaf de dag na Pesach. Shavuot is zowel een oogstfeest als een feest van de wet, met name een viering van de Tien Geboden, door Mozes op de berg Sinaï ontvangen. Christelijke theologen koppelen de wet aan de Heilige Geest, op Pinksteren uitgestort, als ‘de wet geschreven in ons hart’. In het verhaal van de hemelvaart kondigt Jezus de komst van de Heilige Geest al aan. Zo werd Shavuot omgevormd naar Pinksteren.

Opbloeiende Jezus-beweging

De verhalen in het Nieuwe Testament over Jezus’ hemelvaart zijn pas enkele decennia later opgeschreven. In de mondelinge overdracht van de verhalen waren dus al betekenisgevers aan het werk geweest. Een gebeurtenis opschrijven legt meer vast dan de orale traditie kan doen. Tussen gebeurtenis en geschreven vermelding is de Jezus-beweging op gang gekomen. Volgelingen vormden de eerste gemeentes. De beweging moest op een of andere manier georganiseerd worden. 

Leidersfiguren belastten zich met die taak. Het schriftelijk vastleggen van de verhalen was deel van de opkomende organisatie. Macht bepaalde welke versies gezaghebbend werden. Dat kleurde het betekenis toeschrijven aan zo’n verhaal als dat van een hemelvaart. Nog sterker: het verhaal kan gediend hebben om de uitzonderlijke positie van de eigen profeet te benadrukken, want door God zelf in de hemel opgenomen. Dat verteld wordt dat Jezus na tenhemelopneming gezeten is aan de rechterhand van God zijn Vader versterkt zijn gezag en indirect dat van de aardse leiders van de nieuwe beweging. Betekenisgeving staat niet buiten de machtscontext. Aardse machtsvormen kleuren trouwens het beeld van de hemelse situatie, alsof God de keizer is en zijn zoon de vice. 

Bekend motief

De literaire vorm van het hemelvaartverhaal komt niet uit de hemel vallen. Feitelijk is het motief van een hemelvaart niet voorbehouden aan de figuur van Jezus. In het Oude Testament komen al personen voor die in de hemel worden opgenomen, soms zelfs net als Jezus op een wolk. Ook van Romeinse keizers werd verteld dat ze ten hemel voeren. Er zijn ook verhalen waarin mensen tijdelijk opgenomen werden in de hemel om een boodschap of instructie te vernemen. 

Eigentijds wereldbeeld

Het verhaal over Jezus’ hemelvaart sluit aan bij het wereldbeeld dat in die tijd gangbaar was. In die visie leefden mensen in een tussenwereld, met een onder- en een bovenwereld. Het uitspansel was als een omgekeerde halve bol, waarachter de hemel werd verondersteld. Vandaar het opstijgen via een wolk. Interessant: in andere talen noemt men de dag niet naar de hemelvaart, maar naar de opstijging (Ascension, Assunção).

De koppeling van het verhaal aan dat antieke wereldbeeld verviel toen bleek dat het heelal anders in elkaar stak. De hemel werd het uitspansel, niets meer. Daarmee werd getornd aan het reële verloop van de gebeurtenis. Wat als werkelijkheid werd voorgesteld, kreeg de status van een verhaal, vanzelfsprekend in de tijd van ontstaan, maar uiteindelijk een vorm van literatuur.

Een nieuwe leer

Hoe dan ook droeg het verhaal over de hemelvaart bij aan de beginnende christelijke leer, essentieel onderdeel van de opkomende beweging. Jezus’ plaats naast God maakte van hem iemand die het lot van mensen bepleitte bij de Schepper. Daaraan werd geleidelijk een verzoeningstheologie gekoppeld. Jezus verzoende met zijn kruisdood de zonden van mensen en zorgde als bemiddelaar voor genade. Dat hij bovendien uit de dood was opgestaan, negeerde voor alle mensen de eindigheid van het leven. Zijn gang naar de hemel bereidde voor gelovigen hun gang daarheen voor. 

Moderne boodschap

Wat blijft er na deze brede waaier van betekenisgeving door allerlei personen over voor de moderne gelovige? Die hanteert een ander wereldbeeld en heeft mogelijk kennis van de ontstaansgeschiedenis van het verhaal van de hemelvaart, zoals hier samengevat. In Van Baals termen gaat het ook hier om ‘een religieuze waarheid in verhaalvorm’, niet om een letterlijk te nemen historisch verslag. Maar wat is dan die waarheid?

In essentie omvat ze het perspectief van een profetische figuur die met goddelijk gezag een eigen waardenpakket presenteerde. Bovendien bood hij zijn volgelingen de hoop op een leven na de dood. Dat is waar het verhaal per saldo als religieuze boodschap na twintig eeuwen op neer komt.

Zoals het verhaal niet letterlijk maar literair moet worden gelezen, zo kan deze waarheid ook gezien worden als uiting van een spel met mogelijkheden. Op dezelfde manier waarop je een roman of een gedicht zinvol kunt vinden, ook al is het fictie, zo zou dat ook kunnen met het verhaal van Hemelvaartsdag. Niet meer en niet veel minder. Als mensen overstegen worden door de dood en door een ogenschijnlijk onmetelijk heelal, dan is het echt niet vreemd dat er verhalen rondgaan zoals dat van Jezus’ hemelvaart. De doorvertelde verhalen over Jezus boden voldoende vertelstof. 

Zo kan Hemelvaartsdag voor iedereen toch iets meer zijn dan een vrije dag. 

‘Lees maar, er staat niet wat er staat’ (Nijhoff).

Dialoogje

Haiku

6 gedachten over “Vrijdag Zindag 190 – Hemelvaart?

  1. Als Elon Musk er zich mee zou gaan bemoeien, zou het een welvarend bedrijf worden in een supermodern jasje; hemelvaart voor dollar-miljardairs, die voor een korte tijd de hemel in worden geschoten. En als het zijn bedrijf een keer echt zou lukken, zou de raket met inzittenden in een andere tijdzone komen, waar bijv. “Duizend jaren voor God als één dan zijn”. Maar eigenlijk ga ik in dit verhaaltje ook weer uit van dat oeroude wereldbeeld, waarin de apostelen op hemelvaart naar de voeten van de opgestegen Heer staan ten kijken. Mij lijkt het belangrijker aandacht te besteden aan de laatste woorden: “Ik ga voor u uit naar Galilea”. Immers daar gebeurt iets door gewone mensen, buiten Jeruzalemse tempels of andere heiligdommen, in de alledaagse werkelijkheid. Daar betekent ‘in de hoogte gaan’ vaak ‘de diepte opzoeken’. Maar dat is ook weer verhalende taal, we kunnen nu eenmaal niet anders.

  2. Goede André,

    Mooi ‘verhaal’! Je hebt er veel werk van gemaakt. Duidelijk is ook bij jou, dat de overlevering van het Jezusverhaal een kwestie van talrijke verhalen bevat, die elkaar ook niet allemaal dekken.
    De benoeming ‘verhaal’ spreekt me meer aan dan je onvermijdelijke ‘spel’. Ik voel voortdurend tussen beide een verschil: verhaal verwijst in deze context naar een tasten binnen een onuitsprekelijke werkelijkheid. Voor mij is spel een begrensd onderonsje. Dat kan ik niet kwijtraken.
    Je stelt aan het eind een vraag: één wereld of meer? vraag zo oud als de mensheid, is er een antwoord? Die vraag van jou hangt samen met mijn probleem al uit mijn studententijd: de analogia entis, die noodzakelijk is om te kunnen communiceren met elkaar. Jij haalt in je ‘verhaal’ de metafysische en daardoor theologische formule boven- of ondernatuur aan. Daar kan ik niets mee.
    Actueel: Het fantaseren over het bestaan van andere werelden in het heelal en het verzenden van onze levenstekens en andere spullen met een raket – is onzin.
    Er is wel één werkelijkheid c.q. wereld of natuur. Althans: we kunnen niet ontsnappen uit óns ervaarbare deel van die werkelijkheid.
    We spreken verschillende ’talen’ en hebben de verbeelding nodig om binnen die beide of meerdere zijden van de Werkelijkheid (kapitaal!) elkaar te kunnen verstaan.
    Ik ga dus verder dan mijn ‘God-spraak is beeldspraak’. Daarin was ik me nog niet duidelijk bewust, dat wat we bij de meeste religies de mystieke ervaring noemen, de brug zou kunnen zijn tussen meerdere gestalten van de ene Werkelijkheid.
    Verbeelding om te kunnen ontmoeten – en nooit (zeker) weten.
    Ik hoop in het najaar wat systematischer over mystiek te gaan schrijven. We hebben dat met alle wat ontwikkelde religies immers gemeen.

    Groet, Jan.

  3. behouden vaart

    omhoog geheven
    verheffen
    visioen beeld
    nabij en veraf

    sacrale verbeelding
    horeb
    olijfberg
    golgotha

    identiek
    verhalen
    ongelooflijk geloof

    blik omhoog
    luchtfietserij
    vaarwel
    van toen

    retourvlucht?

    blind geloven?

    Paul Letterie sr

  4. Helder verhaal, André, over het antropologisch taalspel van macht en betekenisverleners. Het zou te wensen zijn dat theologische voorgangers in pastoraat en homilie in hun theologisch taalspel die lijntjes paraat hadden en gebruiken konden, zodat wat voor velen een beetje geheimtaal blijft wat meer aansprekende poëtische taal van het geheim kan worden. Inclusief de notie dat we na 2000 jaar Jezus-beweging ‘hemelvaart’ vooral aan Lucas ontlenen, terwijl de andere evangelisten aan die notie niet of nauwelijks behoefte hadden…
    Groet, Dick

  5. Dag André,

    Jij schrijft: “Wat als werkelijkheid werd voorgesteld, kreeg de status van een verhaal, vanzelfsprekend in de tijd van ontstaan, maar uiteindelijk een vorm van literatuur.”

    Ik vraag mij, linksbreinig, af of deze voorstelling van zaken geldig is. Hebben de oude christenen werkelijk gedacht dat het in het hele Jezus-verhaal om feitelijke waarheid ging? Ik denk dat het idee van feitelijke waarheid een moderne fundamentalistische notie is met vooral de Paulinische trekjes van de zelotische bekeerling. Het is, om met jouw leermeester Van Baal te spreken, een religieuze vorm van waarheid als mythe. Ik denk dat ooit iedereen dat wist, al zijn wij dit vergeten.

    Net zoals nu een bedrijf adverteert meer dan 100 jaar oud te zijn om de indruk van betrouwbaarheid te vestigen, zo zijn wonderverhalen de methode post hoc om de bijzonderheid van de Wijze, de Leraar of de Leer te onderstrepen. Kijk ook maar naar de geboorteverhalen. Maar verhalen, narratieven zonder feitelijke grondslag bleven het. De kerk, aldus Tillich, heeft de oorlog met de moderniteit verloren door de nadruk op feitelijke waarheid.

    Het verlies van de notie van narratief, deels verhaal, maar vooral verwijzend naar een achterliggend mysterie, heeft religie in het Westen in moeilijkheden gebracht. Vermoedelijk is dit waarom Boeddhisme het in het Westen goed doet. Het centrale verhaal daarin, van compassie, spreekt daarom aan omdat het niet gebonden is aan de dwang tot feitelijke acceptatie van de verhaalsomgeving. Dit terwijl het verhaal van Jezus, liefde en mededogen, geen ander is dan dat van de Boeddha, indien gezien met voldoende helicopterview.

    Maar dan, is het verhaal ook literatuur? Ja, het is opgeschreven. Maar is het in beperkte zin literair? Hier slaat bij mij de twijfel toe. Verhalenvertellers zijn niet noodzakelijk literaire meesters. De boeken van Jan de Hartog of Nevil Shute, fantastisch goede verhalenvertellers, worden niet als literatuur gezien. En hoewel goede literatuur een mens kan aangrijpen, is het stempel van literair in mijn ogen vooral een ‘mandarijnen’-bezigheid. Religie gaat literatuur voorbij waar zij zin en zingeving in de vorm van narratieven toont, die in een mooie vorm gegoten (literair) mogelijk eerder aanspreken, maar waarbij de mooie vorm meer toegift dan kenmerk is.

    Maar nu zie ik al uit naar jouw versie van Pinksteren!

    Groet,

    Jan Willem

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.