Anderhalve meter Corona-afstand zorgt ervoor dat allerlei normale extra’s plotseling abnormaal zijn geworden. Voor veel franjes blijkt nabijheid een cruciaal kenmerk te zijn. Bijgevolg is ons gedrag teruggebracht tot noodzaak en nut – als het tenminste werkt op anderhalve meter afstand. We voeden ons nog altijd, maar de horeca speelt daar even geen rol in. We genieten nog wel van schone kunsten, maar alleen online.
Het nuttigheidsdenken heeft een hoop extra’s direct of indirect aangemerkt als franje. De handhavingsvragen luiden: Wat draagt bij aan ons overleven? En wat vergroot het risico?
Normaal gesproken maken de franjes ons leven aangenamer en meer genietbaar. De mens is het enige dier dat allerlei prettige extra’s toevoegt aan de dagelijkse levensbehoeften. Nu kijkt de mens in de spiegel en herkent een chagrijnig franje-dier in crisis. Het nuttige en het aangename zijn eventjes niet te verenigen.
Toch even vragen. Hoort religie misschien ook bij de outfit van het franje-dier? Dieren hebben geen religie, het franje-dier mens wel. Dus lijkt religie tot de categorie menselijke extra’s te behoren.
Religie lijdt mee onder de anderhalve-metermaatregel. Wat dat betreft, zou ze er ook bij horen. Geestelijke is geen essentieel beroep. Heeft religie eigenlijk wel nut? Is ze onmisbaar?
Als je ziet hoe lang religie al bestaat, zou je zeggen dat ze toch een nut dient. Kijk je naar theorieën over religie, dan wordt het verschijnsel bijna altijd verklaard vanuit een of ander nut: probleemoplossing, het onbegrijpelijke aannemelijk maken, onderdrukking rechtvaardigen, en nog veel meer.
Elke goede theorie generaliseert over het hele verschijnsel. Zo ook in het geval van religietheorie. Het algemene verschijnsel religie wordt herleid tot nut en functie in leven en samenleven. Maar dat er verschillen zijn tussen stromingen en gelovigen wordt niet verklaard. En daar zit nu net een flink deel van de franje.
Want elke religie geeft sowieso een geheel eigen vorm aan het toegeschreven nut. De bijbehorende geloofsovertuigingen en rituelen verschillen, tussen en zelfs binnen godsdiensten. Ook de kijk op wat moreel juist is varieert. Er zit heel veel extra in de uitwerking, voorbij het directe nut. Woon maar een mis of kerkdienst bij en tel wat allemaal meekomt, boven het essentiële nut.
Anders gezegd: het speelse franje-dier is uitbundig in het toekennen van betekenissen aan van alles en nog wat. Zo wordt ook de heilige dimensie zeer divers verbeeld. Alle extra’s nemen niet weg dat religies nut kunnen hebben, maar er is wel heel veel franje bijgemaakt dat voor het nut niet direct nodig is.
Een atheïst zal het exclusieve nut van religies ontkennen, want er zijn voldoende seculiere alternatieven. Vanuit atheïstisch standpunt is zelfs het nut al franje, laat staan de bijkomende extra’s. Atheïsten verbannen religie uit het rijtje van cultureel verworven menselijke franje. Secularisatie heeft religie laten zakken voor het toelatingsexamen voor de moderne samenleving. Nutteloos. Weg ermee. Overbodige franje!
En toegegeven, de atheïstische kritiek is vaak terecht. De exclusieve claim van religies op nuttige functies waar geen alternatief voor zou bestaan, is vooral het gevolg van machtsuitoefening en identiteitspolitiek. Religieuze leiders claimen gemakkelijk. En veel van de franje aan extra’s wordt door hen als onmisbaar bestempeld – terwijl het primair creatieve uitingen zijn van de spelende mens.
Terug naar Corona. De crisis is aanleiding om op allerlei terreinen tot nieuwe uitgangspunten te komen. Ook voor religieuze kringen is het goed te kijken naar wat echt waardevol is aan het door Corona tijdelijk uitgeklede religieuze franje-dier. Wat blijft bij nader inzien over als nuttig? Welke franje blijkt toch zinvol als je alles nog eens kritisch bekijkt? En vooral: welke franje is resultaat van religieuze machtspolitiek? Is er franje die foute doelen dient? Welke franje zit de interreligieuze omgang in de weg?
Naast verbeelden is ontbeelden een mogelijkheid.
284-220520
NB In verband met spam worden reacties op deze column in eerste instantie alleen door André Droogers gezien.
Beste André,
Gaat het om “religie als franje” of om “de franje van religie(s)”? Zonder de franje van de (mijn) religie voel ik me kaal en lukt het mij niet goed om met het onbegrijpelijke te leven. Franje als opsmuk – mooie gewaden, poëtische taal en hoogdravende dogma’s, bijvoorbeeld – is dan een extraatje maar geen vervanging. Op afstand (!) nog eens kijken naar de eigen “rotsvaste” overtuigingen en de ander ruimte bieden, kan ons belemmeren onze handen in onschuld te wassen, om nog wat bijdetijdse termen te gebruiken.
Met dank en hartelijke groet,
wim noomen
Tja, André,
Moet bekennen dat je (ik) inderdaad van franje in de Eucharistieviering kunt spreken. Valt me nu pas op. Ze is echt niet slecht bedoeld of een soort machtsspel, eerder een serieus spel, een historische ontwikkeling door omstandigheden, maar die ‘franje’ benevelt wel het zicht op de wezenlijke riten en betekenis van de Eucharistieviering.
Dat is in dit verband niet even uit te leggen, maar er is literatuur over.
Ik denk dat het niet direct met Corona heeft te maken, maar wel dat de huidige situatie dat bloot kan leggen.