OPTIMISME

Krantenlezers en journaalkijkers worden niet echt vrolijk van wat ze horen. Het ene zorgwekkende milieurapport na het andere verschijnt. In een aantal landen zijn types aan het bewind die de klimaatcrisis ontkennen en ook verder hun volstrekt eigenmachtige gang gaan. Onheilsprofeten voorspellen de volgende bankencrisis. Apocalypse Now?

Tegelijk zijn er heilsprofeten die een optimistische boodschap verkondigen. De Amerikaan Steven Pinker schreef ‘Verlichting nu’ (2018), waarin hij aan de hand van allerlei statistieken de vooruitgang die de Verlichting ons bracht bejubelt. Een ander optimistisch boek is dat van de Zweed Hans Rosling, ‘Feitenkennis’ (ook 2018), met als ondertitel ’10 redenen waarom we een verkeerd beeld van de wereld hebben en waarom het beter gaat dan je denkt’. In eigen taalgebied publiceerde Rutger Bregman dit jaar ‘De meeste mensen deugen‘ en kwam Maarten Boudry met ‘Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat‘.

In eerste instantie is elk spatje optimisme balsem op de bezorgde ziel. Een aantal trends die deze auteurs signaleren zijn bezwaarlijk te ontkennen. Maar in tweede instantie zie ik een dubbel probleem: de selectieve omgang met feiten en mensbeeld.

De optimisten zeggen feiten te laten spreken, maar feiten zijn altijd iemands feiten. De vermeende objectiviteit van feiten bestaat niet. De valkuil is te selecteren wat de eigen vooronderstelling bevestigt en daar te stoppen met de zoektocht. Andere feiten spreken ook, maar dan tegen. Die worden gemakkelijk genegeerd.

Uit het mensbeeld worden vooral de positieve eigenschappen gekozen. Daar zullen we het inderdaad van moeten hebben. Maar het onvermogen om goed en kwaad op heilzame wijze te onderscheiden heerst al zolang de mensheid bestaat. Levensbeschouwingen, al dan niet religieus, maken van dat probleem hun core-business. Helaas leveren ze vooral hypotheses en zijn zelf niet van onbesproken gedrag.

Tel dus je zegeningen, maar speel vooral ook regelmatig de rol van advocaat van de duivel.

De mens weet niet goed raad met zijn/haar onuitputtelijke gave betekenis toe te kennen aan alles en iedereen. En aan zichzelf. Hoe geef je als mens zinnig betekenis aan de mens, die dolgedraaide betekenisgever?

254-270919

NB In verband met spam worden reacties op deze column in eerste instantie alleen door André Droogers gezien.

2 gedachten over “OPTIMISME

  1. Goede André,

    Behalve optimisten en pessimisten zijn er ook realisten. De laatsten kijken niet naar zogenaamde wetenschappelijke en statistische ‘feiten’, maar naar de wil om de onvermijdelijke realiteit onder ogen te zien en daarnaar te handelen. Bij gebrek daaraan zullen ze realistisch blijven en noch links noch rechts geloofwaardig vinden, omdat beiden zoeken naar middelen om het oude leventje voort te zetten.
    Ik reken mijzelf tot de realisten!
    Jan.

  2. “Hoe geef je als mens zinnig betekenis aan de mens?”
    Ik hanteer twee startpunten:
    De mens is een te mooi wezen om het niet te zijn. Hij is te belangrijk om als een vage energie in de cosmos te verdampen ergens tussen de maan en De Grote Beer, hij kan iets ervoor kiezen.
    Het tweede is dat hij m.b.v. het goede kan continueren; het kwade maakt alleen maar kapot. Daarom stel ik dat hij bestemd is voor het goede.
    Daarmee kijk ik naar zinnige betekenis. En heb het gevoel dat ik dat heb gekregen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.