Bijna een kwart van de Nederlanders vindt inspiratie in meer dan één religie, bijvoorbeeld christendom èn boeddhisme. Dat blijkt uit een onderzoek naar ‘meervoudige religieuze betrokkenheid’, of in de wereldtaal ‘multiple religious belonging’. Afgekort: MRB. Maar hoe werkt dat dan? Hoe praat men daarover?
Er blijken ‘matchers’ en ‘mixers’ te zijn. Matchers zijn dan MRB-ers die hun inspiratiebron intact laten. Ze zien wel een match, maar elke traditie heeft in hun leven een eigen plaats en tijd. Zondagmorgen naar de kerk, dinsdagavond naar de zen-meditatie. Mixers mengen onbelemmerd elementen uit meer tradities en maken er iets nieuws van, los van de bronnen. Dan klinken klankschalen in de zondagse kerkdienst.
Deze week verscheen een zeer interessante eenmalige glossy, ‘MIX: FLEXIBEL GELOVEN’, voor nog geen 7 euro te koop bij boekhandel of tijdschriftenleverancier. Het bovengenoemde onderzoek naar MRB was de aanleiding. Omdat ik aan de glossy heb bijgedragen, was ik bij de feestelijke presentatie in De Nieuwe Liefde in Amsterdam. Een leuk opgezet programma liet veel MRB-ers aan het woord.
Wat mij vooral fascineerde was de manier waarop matchers en mixers veelzeggende metaforen kozen om uit te leggen hoe MRB bij hen werkt. Metaforen worden in een debat opgepimpt tot een heilige overtuiging. Een metafoor is een beeld uit een bekend brondomein dat gebruikt wordt om iets in een doeldomein te verhelderen. Lukt dat verhelderen goed, dan heb je met een sterke metafoor te maken. Bij het uitleggen van hun ervaringen in het MRB-doeldomein hadden matchers succes met de metafoor van de taal als brondomein. Mixers haalden – het woord zegt het al – hun sterke beelden uit de keuken als brondomein. De specifieke keuze voor een verhelderend beeld bepaalde in beide gevallen de kijk op MRB.
Zo werd door matchers gezegd dat een MRB-er twee talen spreekt. De keuze van de taalmetafoor was ingegeven door de gedachte dat je nooit twee talen tegelijk kunt spreken. Ze matchen wel, maar mixen niet. Ook al kies je meer religies voor je levensbeschouwelijke identiteit, ze hebben net als talen hun eigen momenten en gelegenheden, naast elkaar en nooit gemengd. Men respecteert de oorspronkelijke betekenis, want daar gaat het juist om.
Mixers kwamen met kritiek op de taalmetafoor. Die suggereert dat religie begrensd is, als een bepaalde traditie met eigen leer, ritueel en institutie. De metafoor beneemt zo het zicht op mixende MRB-ers die het vertrekpunt voor hun zoektocht niet in bestaande religies nemen, maar in een bepaalde levenshouding. Zij mixen vrijelijk de ‘ingrediënten’ voor hun MRB. En daarmee zitten we al in de keuken. Hutspot bleek een goede schotel om het onbelemmerd mixen uit te leggen. Of de omelet.
Het leerzame van de discussie vind ik dat op deze manier – let op: hier komt nog een keukenmetafoor – er voor elk potje een dekseltje is. Zowel voor matchen als voor mixen bestaan overtuigende metaforen. Aan elke metafoor zit trouwens een keerzijde. Taalmetaforen kunnen ook het mixen verhelderen. Immers, er zijn ook mengtalen. En de keuken levert prima metaforen die het matchen uitleggen: gemengde salade, patat met mayonaise.
Zo gezien relativeert de tegenstrijdige beeldvorming rond matchen en mixen elk eenzijdig standpunt over MRB. Nog sterker: elke stellige visie over religie en levensbeschouwing verliest zijn absolute claim zodra je de werking van metaforen doorziet. Er zijn zelfs metaforen die door meer religies gebruikt worden: de weg, het water, de strijd, de deur. Een metafoor is niet meer dan een stuk gereedschap, genomen uit een herkenbaar brondomein. Er wordt niets mee bewezen. Alleen veel mee geloofd.
De beelden tuimelen vermoedelijk over elkaar omdat het op te helderen doeldomein van het sacrale, goddelijke, mystieke – of hoe je het ook noemen wilt – zich nooit echt prijs geeft. Ook met de meest geslaagde metafoor uit het helderste brondomein blijft het uiteindelijk behelpen.
Uitweg? Speel het metaforenspel alsof het sluitend werkt, maar knipoog af en toe in de spiegel naar die gelovige tegenover je. En wantrouw de keuze die machtsfiguren maken voor één exclusieve metafoor.
Dat is pas echt flexibel geloven.
170-260517
NB In verband met spam worden reacties op deze column in eerste instantie alleen door André Droogers gezien.
Heel interessant hoe jij een indruk geeft van de avond. Dank je wel. Ik heb je artikel aan enkele bahais doorgegeven omdat ik me afvraag waarom de Manifestatie van dit nieuwe tijdperk, Bahá’u’lláh, niet door sprekers vertegenwoordigd kon worden en ik daar best een gesprek over wil voeren. Hij verbindt namelijk de religies, door te verkondigen dat ze allen uit een bron komen, nl. God, en daar valt natuurlijk nog heel veel over te zeggen.;-) Om je citaat aan te halen: Het belangrijkste is dat je flexibel durft te geloven.
Ik hik nogal tegen RMB aan; vrees reli-shoppen, waarbij het vooral lief en mooi moet zijn. Voor mij ligt de waarde/waarheid van echt geloof in de omgang met verdriet, tegenslag, verzet tegen het kwaad e.d., niet alleen vreugde en sacraliteit. Is een idee van spel dan nog ter zake?