Wat doet militair jargon in geloofstaal?
Dat is vooral een vraag voor wie denkt dat naastenliefde een goede reden is om die naaste niet te doden. Maar voor een ander is dat helemaal geen punt. Die kan zelfs oprecht geweld verfoeien, kritisch zijn over de kruistochten en het zegenen van wapens, maar toch krijgstaal gebruiken om eigen geloof te omschrijven. Zo iemand zegt bijvoorbeeld te strijden tegen de duivel, totdat de overwinning behaald is.
Guido Gezelle dichtte:
Het leven is: een krijgsbanier,
door goed’ en kwade dagen,
gescheurd, gevlekt, ontvallen schier,
kloekmoedig voorwaarts dragen!
———
Het leven is: geen vreed’ alhier,
geen wapenstilstand vragen.
Het leven is: de kruisbanier
tot in Gods handen dragen.
Het maakt wel uit waartegen of waarvoor gevochten wordt.
Volgens de apostel Paulus dient de gelovige zich te bekleden met de geestelijke wapenrusting. Maar dat is dan om ten strijde te trekken ‘tegen de Heerschappijen, tegen de Machten, tegen de Wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze geesten in de hemelen’ (Efeziërs 6:12, Willibrord-vertaling).
William Booth stichtte zijn Leger des Heils, met heilsoldaten. ‘Voorwaarts Christenstrijders!’.
Hoe subtiel en gelaagd kan geloofssymboliek zijn, ook als die ontleend wordt aan leger en oorlog.
207-250518
NB In verband met spam worden reacties op deze column in eerste instantie alleen door André Droogers gezien.
Een mens kan tegen iets strijden, de duivel bijv., maar ook proberen het duivelse, kwade of hoe men het ook noemen wil, in zichzelf te ontdekken, erkennen en door het te accepteren misschien langzaam en voorzichtig ombuigen. Waartegen gestreden wordt, komt meestal als via een omweg en in nieuwe verhulling weer terug, of het nu zevenblad is of de duivel. Accepteren en in goede, beperkende banen leiden, brengt wellicht verder dan door strijdbare taal en een strijdbare houding tegen iets zijn. Voor mij een les uit boeddhistische meditatie (maar die is niet exclusief boeddhistisch) al lukt het me niet gemakkelijk die les echt in praktijk om te zetten. Stoere, strijdbare taal, voor of tegen wat dan ook, lijkt directer, maar er steekt een nieuwe vorm van geraffineerde verleiding in.