Tijdens onze Spaanse vakantie komen we in twee steden waar voormalige kloosterkapellen deel uitmaken van een museum voor hedendaagse kunst. Wat krijgen we dan te zien?
Dit zagen we in Sevilla, een installatie van Andreas Fogarasi.
De combinatie van het zwarte vlak tegen de witte achtergrond op het vroegere altaar fascineerde me bij binnenkomst meteen. Het licht erachter op de gotische bogen voltooide het beeld. Wat ik zag verbond ik onvermijdelijk met het geheim van het heilige. Er is geen beeldvorming, alleen maar ontoegankelijk zwart, onbeschilderd wit en overstijgend licht. De installatie bleek deel uit te maken van een grote tentoonstelling met werk van meer beeldend kunstenaars. Thema: ‘De grote stilte’.
In Barcelona was in deze voormalige kloosterkapel een installatie van Carlos Bunga ingericht.
We zien links een soort wand met ondersteunende balken. Op de vloer en het voormalige altaar achterin staan rechthoekige vormen. De kleuren sluiten aan bij die van de vloer. Alles lijkt van staal en hout gemaakt, maar het bestaat alleen uit karton en plakband. Bunga wil met dit werk de machtsstructuren van architectuur, religie èn kunst bekritiseren. Het is een anti-monument, tegen de onbeweeglijkheid van het permanente. Dit kunstwerk mag daarom van de kunstenaar de expositie niet overleven. Zijn constructies zijn voorbestemd voor de papiermolen.
In beide kapellen richtten eeuwenlang priesters en figuratief werkende schilders en beeldhouwers de sacrale ruimte in, bijvoorbeeld met altaarstukken. Nu is de macht van de kerk weggevallen. Alleen de kunstenaar en zijn zingeving zijn over.
Zo symboliseren deze lege, herbestemde kapellen onze geseculariseerde tijd. Waar vroeger de eeuwigheid regeerde, heerst nu tijdelijkheid. De twee kunstenaars verbeelden openheid, vrijheid, verstilling, kwetsbaarheid en betrekkelijkheid. Hun zoektocht naar nieuwe betekenissen staat in het teken van het onbenoembare. Het abstracte vervangt het figuratieve, het zoeken komt in de plaats van het vinden.
111-041215
NB In verband met spam worden reacties op columns in eerste instantie alleen door André Droogers gezien.
“Het zoeken komt in de plaats van het vinden”.
Daar zit wat in, maar dat ‘vinden’ vind ik (nog steeds) niet definitief. Ook als je hebt gevonden, ben je er niet klaar mee, want je wilt meer. Dat lijkt me kenmerkend voor menselijk gedrag, de menselijke geest, die verlangt, die verder gaat dan invulling van behoefte.
Dat het vinden vroeger (te) veel zekerheid bood, lijkt me reëel maar dan bieden die ‘lege’ ruimten een kans om dieper te zoeken, zonder invloed van buiten-/bovenaf. Dieper – hoger – van Bovenaf – authentieker?