De koning had het er niet over, maar veel anderen wel: Waar was God toen schuldige mensen onschuldige mensen uit het leven schoten? Misschien moet zo’n vraag niet meer gesteld worden. Geen enkel antwoord overtuigt.
Waar was God? Als haar een rol wordt gegeven in deze verschrikkelijke samenloop van schuld en onschuld, wordt zij mede verantwoordelijk gemaakt. Ze heeft het niet verhinderd. Vermeend almachtig bleek ze onmachtig. Of had ze haar eigen, niet te doorgronden redenen?
En als ze nu eens niet machtig is? Dan lijdt ze mee aan alle ellende die haar schepsel ‘mens’ weet aan te richten. En heeft ze al lang spijt van wat ze in het leven heeft geroepen. Maar wat is dan haar rol nog?
Elke religieuze stroming biedt een uitleg over wat mensen aan ellende overkomt. Daarin spelen God, goden of geesten een rol. Als de mens het gevoel heeft de regie kwijt te raken, worden verhalen verteld en rituelen uitgevoerd. Daarin neemt het heilige de regie over. Het kwaad wordt verklaard vanuit een op zich onbegrensd repertoire aan betekenisgeving, met geheel eigen vooronderstellingen.
Maar omdat het vooronderstellingen zijn, kan ook weer aan de gegeven uitleg getwijfeld worden. Juist de veelheid aan visies relativeert hun overtuigingskracht. Almacht? Eeuwige strijd tussen goed en kwaad? Karma? Hemel? Later komt het goed? Onder barre omstandigheden kan een stellige opinie zelfs als beledigend ervaren worden.
Het blijft behelpen. Het perfecte antwoord bestaat niet, ondanks het immense repertoire aan religieuze uitleggingen. De absurditeit van wat is gebeurd, verdwijnt niet. Mensen slagen er niet in te begrijpen waarom dit mogelijk was. Ze vluchten in de kleine gebaren, oude en nieuwe: Een kaars, een bloem, een knuffel, applaus vanaf een viaduct.
Laten we God met rust laten. Zoals de koning deed. En erkennen dat er geen bevredigend antwoord is. Mensen zijn aftastende wezens, in staat tot compassie en hoop. En creativiteit. Daardoor kunnen ze verder leven. Maar het definitieve inzicht vinden ze niet.
54-250714
NB In verband met spam worden reacties op columns in eerste instantie alleen door André Droogers gezien.
Nee, ik onthoud mij ook van een uitleg en stel mij evenmin de vraag waar God was tijdens deze ramp. Ik zou hem of haar er niet graag verantwoordelijk voor houden. De vraag ‘hoe kan God dit toelaten?’ is overigens nog nooit bij mij gerezen, bij welke ramp of persoonlijke tegenslag dan ook.
Elke avond komt hier aan de Tolakkerweg de rouwstoet langs, op weg naar de kazerne in Hilversum. We staan hier met wat groepjes langs de kant, ieder met eigen gedachten. Aan gepraat met mede-toeschouwers heb ik geen behoefte, en na afloop ben ik ook weer snel verdwenen. Het is een moment van bezinning, deernis zou ik het willen noemen, en het besef dat de slachtoffers niet in het niets zijn verdwenen, waarvan de massale uiting van rouw en respect reeds getuigt. Van verbondenheid dus. Misschien is dat wel het enige dat blijft. Ik zou daar wel Gods naam bij willen noemen. Dagelijks hebben wij gebeden dat de nabestaanden van God en mensen niet worden verlaten.
Ook al zou God er iets aan kunnen doen, blijft het de vraag of God overal tegelijk kan zijn. Ik kan me zo voorstellen dat God wel wat hulp kan gebruiken om de wereld draaiende te houden. Wie weet kwam God er te laat achter en is Hij net zo verbijsterd en verdrietig als zo velen. Kijkt Hij ook naar de indrukwekkende stoet van rouwauto’s en is Hij vooral verdrietig omdat Hij niet bij machte is geweest dit te voorkomen. We maken het God en elkaar ook niet echt makkelijk. Als we nu eerst met elkaar eens beter ons best doen, heeft God voorlopig nog werk genoeg.
Waar was God?
Dat was ook Jezus’ vraag toen hij aan het kruis hing.