Elk jaar herdenken we op 4 en 5 mei de gevallenen en vieren de bevrijding. Steeds sterker zit ik met een persoonlijk dilemma.
Het gaat me om de rol van oorlogsgeweld. Er was bezettend Duits geweld en er was bevrijdend geallieerd tegengeweld. Het eerste geweld veroordelen we. Het tweede zien we als noodzakelijk, want onze vrijheid werd hersteld. Geweld kan dus wel en niet deugen, afhankelijk van waar het voor wordt ingezet. Dat is het kader voor de herdenking.
Wat ik mis, is dat oorlogsgeweld op zich niet ter discussie staat, zeker niet als bevrijding het doel is.
Dat militair geweld als normaal wordt ervaren, is te zien aan de prominente aanwezigheid van het leger bij de plechtigheid. De krijgsmacht is erbij om de eigen omgekomen militairen te herdenken, maar heeft ook een ceremoniële rol, zelfs in de minimale versie van dit jaar.
Maar, denk ik dan, oorlog accepteren? Oorlog is toch barre waanzin? Kijk nu weer in Syrië. Ik zag de film ‘For Sama’ en kromp ineen.
Ik weet het, we worden elk jaar weer opgeroepen nee te zeggen tegen de ontmenselijking die met de oorlog meekomt. Heel juist. Maar waarom blijven we stilstaan bij de gevolgen en kijken we niet verder terug, naar de oorzaak? Waarom zeggen we als we herdenken niet categorisch en definitief nee tegen elke vorm van oorlog?
Waarin zit nu mijn tweestrijd als ik deze vragen stel?
Mijn dilemma schuilt in de luxe van een pacifistische voorkeur die juist mogelijk is dankzij bevrijders die de oorlog niet schuwden als middel. Anders gezegd: dankzij iets dat ik verfoei, kan ik zeggen dat ik het verfoei. Wat voor recht van spreken heb ik dan? Zou ik deze druppel nog mogen schrijven als er níet voor vrijheid en bevrijding gevochten was?
Tegelijk denk ik: zijn we niet aan het dweilen terwijl de kraan constant openstaat? Als we ontmenselijking zo nadrukkelijk afkeuren, moeten we dan niet, met veel meer energie en inspiratie, zoeken naar geweldloze manieren om conflicten op te lossen?
Moet herdenken niet vooral een her-denken zijn, een opnieuw overwegen van wat we normaal zijn gaan vinden? Dan kijken we niet alleen terug, maar ook om ons heen en vooral vooruit. Anders gezegd: gebruiken we onze vrijheid wel maximaal?
De aanvaarding van geweld wortelt erg diep. Geweld en oorlog zijn vanaf de eerste knots deel van de mensengeschiedenis. Respect voor het leven is weliswaar vaak een kernwaarde, aangedragen door een religie of een andere levensbeschouwing. Maar toch wordt geweld tegen dat leven bijna altijd en overal als acceptabel gezien. Meestal wel onder bepaalde omstandigheden, maar toch.
Ik hoop – tegen beter weten in – dat de vrije mens de echte vrede, zonder geweld, handen en voeten kan geven. Ik zal niet meer meemaken dat dat lukt, zeker niet in de wrange situatie waarin de wereldsamenleving nu verkeert.
Ik zeg het bovendien met alle schroom. Maar ik vind wel dat het gezegd moet worden.
282-080520
NB In verband met spam worden reacties op deze column in eerste instantie alleen door André Droogers gezien.
Misschien moeten we doen, nee, niet misschien, maar we moeten doen wat in ons vermogen ligt om ons tegen het Kwaad te verzetten. ”Nee” zeggen tegen alles wat ont-menselijkt. Een Oudejaarsavond-preek, die ik mij uit mijn jeugd herinner, had als titel “Zingen, al breekt ook de tak”. Ik moest daar toen om grinniken, want de predikant wierp al zijn gewicht in de schaal… maar ik denk nu dat het de beeldspraak van een oneliner is die vervangen kan worden door “Hopen tegen de verdrukking in”. Maar die hoop moeten we wel voeden. “Herdenken is denken is doen” las ik in een van de kranten deze week. De wortel van het Kwaad zullen we niet kunnen uitroeien, althans, die illusie heb ik niet, maar het “Adam, waar ben je?” blijft klinken en dan moeten we ons maar bloot geven. In de hoop dat goed voorbeeld volgers heeft. Het voorbeeld van “Nee zeggen”, ook al is dat vaak een “druppel” op een gloeiende plaat.
Dank voor deze gedenk-waardige Druppel!
Wim Noomen
Beste André,
Mijn vriend Lucien van Liere, theoloog en filosoof, heeft zich toegelegd op geweldloze conflictoplossing. Hij is docent aan de theologische faculteit in Utrecht, je kent zijn naam wellicht. Misschien heb je iets aan zijn inzichten en artikelen. Ik heb zijn werk vaak beschouwd als het meest belangrijke waar een mens zich mee kan bezighouden.
Ondertussen lijkt men zich in Canada onbewust van de markering van 75 jaar vrijheid na de WOII. Ik vertel erover wanneer iemand maar wil luisteren. Ik verdiep me erg in oorlogsverhalen (van de “Mensen” column in de Volkskrant, de Stichting Oorlogs-verhalen, Stichting Vluchtelingenwerk, World Food Program etc, en vooral biografieën uit allerlei landen. Eigenlijk bang om iets te missen, iets niet te weten wat ik echt had móeten weten, alsof niet weten mij medeplichtig zou maken. (Hetzelfde gevoel heb ik al 40 jaar wanneer het honger en armoede betreft.) Het voelt als een last waar ik me niet aan mag onttrekken.
Ik denk dat dát is waarom mensen zich hier onttrekken aan het nadenken over een vreedzame, rechtvaardige samenleving. “We kunnen toch niets doen”. “Ik lees geen kranten meer; je wordt er maar depressief van”. “Life is too short”. En ja, er wat oppervlakkiger op los leven moet fijn zijn. Dat is hier (in de rijkste, rechtste stad van Canada) de regel. Ik zou dat niet mogen veroordelen. Maar dat is niet de wereld waarin ik wil of kan staan.
Ik lees je overpeinzingen altijd graag. En ik denk ook mee.
Hartelijke groet,
Hadewych
(vanuit Calgary, Canada)
N.a.v. je dilemmatische druppel.
1. Onze bevrijding was niet het doel van de geallieerde legerleiding en politiek. Dat was Berlijn bereiken voordat de Russen er waren. (En als het aan enkele Britten had gelegen: doortrekken tot Moskou). Daarom bleef het westen van Nederland in de hongerwinter liggen en tekenden Nederlanders in Wageningen de capitulatie.
Het leger trok letterlijk langs me heen in Steenwijk – nadat ze eerst de kerktoren beschoten hadden -, dagenlang zonder uit te stappen. Op naar Groningen, waar ze tegen- of opgehouden werden door radeloze Duitsers en te laat in Berlijn aankwamen. Er was in de stad nog een eilandje land voor de westerse troepen over.
2. De Dam – daar kijken wij al vele jaren niet naar. Zoals jij ook opmerkte, is het een feestje voor de commandanten der strijdkrachten, de Militaire kapel, nationalisten en worden allerlei oorlogen bij gesleept waar onze jongens het leven lieten: Indonesië (dat was geen oorlog immers, alleen maar de orde politioneel handhaven), Korea (vanwege onze goede verstandhouding met de VS), ‘vredes’oorlogen waar niet al? enz. Zelfs de jongens van Srebrenica waren helden…
Allemaal mensen die zich voor ‘ons hebben opgeofferd’.
3. Ik ben mij kort na de oorlog, liftend door Duitsland, bewust geworden van de oorlogsmisdaden door de bombardementen op burgers, ziekenhuizen e.d., niet per ongeluk maar bewust! (vgl. Assad) Vlak na de oorlog, toen de mensen nog in de kelders onder het puin woonden (Keulen, Aken enz,), was de industrie in het Roergebied al weer aan de gang. Essen lag in puin, de Krupp villa aan de rand van de stad straalde in alle pracht.
Wij juichten tijdens de bezetting toen we de bommenwerpers nacht na nacht hoorden overbrommen. Toen het tot me doordrong wat onze bevrijders aangericht hadden, heb ik me geschaamd voor onze nachtelijke vreugde. Ik kan nóg niet in de Duitse steden komen of mijn eerste vraag is: hoe was het hier in de oorlog en hoe hebben jullie kunstvoorwerpen uit de puinhopen kunnen redden? Ik zie iedere kale plek tussen huizen en de rare parkeerplaatsen, ik zie de nagemaakte zuilen in Münster. Ik ben me lopend door de Dom voortdurend bewust van de ruïne, die op foto’s in de hal te zien is.
Nee, Duitsland is geen vakantieland vanwege al die zichtbare herinneringen aan de vorige oorlog.
4. Er is een ontroerend alternatief op 4 mei: De Waalsdorpervlakte, ieder jaar uitgezonden door RTL4. Eenvoud, volks, zonder militairen. Alleen de kleinkinderen van geëxecuteerden in blauwe overal met de rode band van de BS, die de klok luiden. Stilte, bloemen en enorme stoet ouderen en jongeren die een bloem neerleggen. Nu nog voor opa of een oom. Nabestaanden.
Dit jaar was er alleen die klok en de in de middag al gebrachte bloemen: de vogels waren in de stilte horen, net als toen…
5 Er is een weg voor je dilemma. Misschien ben je het al: Lid worden van Kerk en Vrede. Geen pacifist zal (meer) denken de vrede te kunnen stichten op aarde. Misschien kan dat ook niet en is het een gevaarlijke utopie. Maar we zijn niet machteloos. Op kleine schaal is er veel te doen en wordt er veel gedaan. Niet alleen door al die verzoeningsgroepen in ex-oorlogsgebieden (b.v. de Balkan), die creatieve alternatieven voor geweld bieden waar het maar mogelijk is.
Een sociaalpsycholoog wees er op, dat onder een dun laagje menselijke beschaving een agressief wezen zit. Laten wij ons niet verbeelden, dat we het probleem van het gewelddadig mensdier kunnen oplossen. Het is een scheppingsfout.
We kunnen wel plekken van vrede stichten. Help die arme vrouw met een paar kippen of een stukje tuin. Ze heeft een goed jaar met haar kinderen. Morgen valt er op haar leven een bom. Toch is die hulp niet vergeefs geweest en echt heel structureel!
Het koninkrijk is nabij en onder ons, dat is de bescheidenheid van Jezus. Zijn hoop.
drs. J. de Jongh
André, opnieuw denken kan geen kwaad, maar als jouw tegenstander geweld gebruikt, kun je alleen maar redden door (nog meer) geweld te hanteren, tenzij je wilt sneven, onrecht wilt ondergaan. Maar dan ligt er ook de vraag of je niet voor het recht van je medemens, van je kinderen moet opkomen.
Degene die het heeft meegemaakt weet wat die gemene angst is, dwang, voortdurende onzekerheid, onrecht, willekeur, terreur. En ik zie niet dat je dat pacifistisch kunt oplossen. Wat je wel kunt doen – als het je is gegeven – is de verslagen vijand op het goede spoor zetten.