De NRC organiseerde een essaywedstrijd over de vraag ‘Is er in de wetenschap ruimte voor religie?‘. VU-filosoof René van Woudenberg won met een tekst getiteld ‘God bestaat, er is bewijs‘. Lezers reageerden massaal. God (de christelijke dan) was een weekje een hype.
Ik dacht:
‘Gegeven: Mens / Te bewijzen: God / Bewijs: Gaat je niet lukken.’
Gods bestaan wetenschappelijk bewijzen is even zinloos als het wetenschappelijk te ontkennen. Religie, christelijk of niet, is namelijk een heel andere tak van sport dan wetenschap. Je moet niet gaan voetballen volgens de spelregels van handbal.
In religie, wetenschap en bijvoorbeeld ook poëzie spelen mensen met betekenisgeving. De uitkomst verschilt nogal. De wetenschap komt met één feitelijke werkelijkheid. Religie veronderstelt naast de menselijke een sacrale werkelijkheid. En dichters? ‘Een hele werkelijkheid kunnen zij / in hun armen dragen‘ (Herman de Coninck).
Wie Gods bestaan wil bewijzen, onderwerpt zich aan de wetenschappelijke spelregel dat alleen bestaat wat je kunt bewijzen. Leuke regel voor de wetenschap, maar dodelijk voor de religieuze verbeeldingskracht.
Keer het even om: stel dat een wetenschapper pas gelijk krijgt als de dogmatiek zijn conclusies bevestigt. Galilei in de herhaling?
Een gedicht leg je ook niet langs de meetlat van wetenschap of religie.
220-261018
Wat je schrijft, is evident, André.
Jaap van Eekelen
Groot gelijk, André, dat gezeur over bewijzen dat God bestaat is een teken van onkunde; net zoals iemand die niet gelooft over geloof denkt te kunnen vertellen.
Heb het bedoelde artikel vliegensvlug in een vliegtuig doorgenomen, maar ik heb niet kunnen ontdekken dat de auteur bewijst dat God bestaat. De titel beweert dat wel, maar ik denk dat die van de redactie afkomstig is. De krant moet toch vol.
klopt dat de titel van de redactie was – zie ook de discussie op Facebook!
Beste André, helemaal juist. Op 10 december is het 50jaar geleden dat Karl Barth is overleden. Vele redenen om het over hem te hebben in de dagen van het populisme… Een reden is dat het bestaan van God niet te bewijzen is, maar uit de omgang met Schrift opkomt. Net zoals gaat met het lezen van het aanvankelijk onleesbare gedicht.
Mooi gezegd André!