Vorig jaar zagen we ‘Coup fatal‘ in het Holland Festival en we hadden een geweldige avond. Deze week was dezelfde voorstelling terug in Nederland en we gingen in de herhaling. Om het plezier dat eraf spat, maar ook omdat hier het ‘nieuwe globale wij’ vorm krijgt, in aantrekkelijk gestapelde betekenislagen. Kijk hier om een idee te krijgen.
Wat gebeurt er? Dertien jonge Kongolese mannen spelen een voortdenderende geoliede voorstelling. Een van hen is countertenor en zingt barokaria’s die vertaald worden naar Afrikaanse ritmes. Daarnaast klinkt er Kongolese popmuziek, maar ook ‘To be young, gifted and black‘. De muziekinstrumenten zijn Afrikaans, zoals trommels, duimpiano’s en kalebas-xylofoons, maar elektrische gitaren worden evengoed bespeeld.
Zo ontstaat intercultureel muziektheater, inbegrepen een balletvoorstelling met fraaie choreografie. Van begin tot eind wordt er gedanst, met een tomeloze energie. Alles wat de acteurs doen is lijfelijk en ritmisch en bij wijlen erotisch. Maar zijn het wel acteurs? Ze zijn helemaal zichzelf.
De mix van rock-barok krijgt in de voorstelling een parallel als de acteurs gekleed gaan als sapeurs, de Kinshasa-variant van dandies. Het werkwoord saper staat voor ‘iemands positie ondermijnen’, maar is ook bargoens voor ‘je mooi maken’. Door kleurrijke kledingstukken te showen uit de Europese merkenmode houden sapeurs een wedstrijd in aandacht trekken en elegantie. Het etiket is bijna belangrijker dan het kledingstuk zelf. Alles wat opvalt kan gedragen worden, dus ook een Schotse kilt. Zonnebrillen zijn standaard. Sapeurs gebruiken hun zakdoek om hun Engelse schoenen stofvrij te houden. Poetsend benutten ze de kans om hun mooie sokken te showen.
Door hun clowneske overdrijving steken sapeurs speels de draak met westerse luxe-modecodes. Het is allemaal nadrukkelijk over the top. De boodschap is: ‘Kijk hoe rijk wij arme sloebers zijn. Wij hebben klasse, ook al zijn we onderklasse. Als we toch gemarginaliseerd worden, dan maar sierlijk. En bekijk intussen hoe geweldloos wij met competitie omgaan.’
Hetzelfde herwonnen initiatief klinkt door in de geheel eigen versie van de barok-aria’s. De melodie is herkenbaar, maar de manier waarop deze groep een loopje neemt met de klassieke uitvoeringspraktijk zou de orthodoxe muziekliefhebber shockeren. Ook hier speelt overdrijving mee. Terwijl de countertenor zingt, imiteert een van de andere mannen zijn hoge stem, alsof hij het nog eens dunnetjes overdoet.
Het ‘nieuwe globale wij’ dat in aria’s en aankleding zichtbaar wordt, heeft een kritische ondertoon. ‘Jullie westerlingen kunnen wel denken dat je nog de regie hebt, maar wij Kongolezen maken onze eigen theatrale versie. Wij laten ons ook niet vastpinnen op jullie westers stereotype van Afrikaanse muziek.’
Voeg daarbij dat het decor bestaat uit kralengordijnen die bij nader toezien gemaakt zijn van kogelhulzen, dan heb je nóg een kritisch element te pakken. Kongo is een land dat zwaar geleden heeft – en nog lijdt – onder kogelregens. Die zware gordijnen maken een ruisend geluid als iemand er langs strijkt, en dienen zo als percussie-instrument.
Ik moest denken aan mijn eigen Kongolese ervaring. Deel van mijn onderzoek betrof de invloed van zending en missie. Ik kwam tot de conclusie dat Afrikanen niet gekerstend waren, maar dat het christendom geafrikaniseerd was. Ook onderzocht ik een initiatieritueel, waarbij de novieten op een gegeven moment een namaak-militaire-parade opvoerden. Daarbij mengden ze traditionele kleding met westerse militaire uitrustingsstukken. De oudste jongen, in de rol van de toenmalige dictator Mobutu, nam het defilé af. Dat leek erkenning van autoriteit, maar dankzij ‘Coup fatal‘ denk ik dat er ook aan parodie werd gedaan. Er werd in ieder geval veel gelachen bij de voorstelling die de jongens gaven.
‘Coup fatal’ is van hetzelfde theatrale syncretisme. Er wordt gretig gedronken uit meer bronnen. Het is een genadeslag voor het exclusieve oude wij.
98-190615
NB In verband met spam worden reacties op columns in eerste instantie alleen door André Droogers gezien.
Pingback: GEGLOBALISEERD NIEUW WIJ – Theatraal syncretisme uit Kongo - Boeddhistisch Dagblad
De lol en “het oude exclusieve ‘wij’ “.
De lol van de lol is dat ze niet exclusief wil zijn, het liefst alles/allen er bij wil betrekken; “Alle Menschen werden Brüder” bij de vreugde.
“Het oude wij” binnen de katholieke kerk – ik vrees dat het geen echte, eigen vreugde kent. “Door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn allergrootste schuld” – als het zo erg is, ga dan eerst biechten. Voor wie het niet weet: zo begint men de viering, van de Eucharistie. Dat zondegezeur is niet vruchtbaar, is geen ‘spel’ dat inspireert; eerder een verkeerd zondegevoel oproept.
Maar je moet het ‘spel’ wel leren; iemand kan niet zo maar meedoen met de Eucharistie, het spel heeft een inhoud. En als de viering met veel vreugde wordt gevierd, heb ik dan nog behoefte aan een syncretie? Lastig.
Laat me in ieder geval dit leren dat een viering die stijf staat van ceremonieel, ook onvruchtbaar is want de gelovige neemt daar geen deel aan, heeft er geen deel mee. Dat is het ‘oude wij’, klerikaal.