IN DE KEUKEN VAN DE GODSDIENST – Het vaste menu of toch fusion?

We zijn constant bezig onze wereld in te delen. We doen dat zo geroutineerd dat we zelden door hebben dat we voortdurend aan het ordenen zijn. Onze keukens getuigen van deze indelingsdrift. Maar ook in godsdiensten wordt geordend.

Na een paar dagen uithuizig te zijn geweest, merk ik dat mijn vrouw Ineke intussen het messenrekje in onze keuken anders heeft ingedeeld. Als vaste afdroger hang ik de kromme aardappelschilmesjes links op de magneetstrip, de rechte keukenmessen rechts. Ik zie niet meteen of er systeem zit in Inekes manier van ophangen. Gekartelde messen bij elkaar? Of heeft ze heften met dezelfde kleur bij elkaar gehangen? Of hangen de messen op lengte? Misschien zoek ik systeem waar het niet is.

Nader beschouwd zit onze keuken vol met ordeningen. Het servies is verdeeld over de hangkastjes. Glazen bij glazen, borden bij borden, kopjes bij kopjes. In de messenbak liggen vorken en lepels weliswaar bij elkaar, maar met de nuttige uiteinden zo ver mogelijk van elkaar vandaan. De pannen hebben weer hun eigen plaats en indeling.

Dat is alleen het gereedschap. Maar wat eten we? Standaard belanden groenten, vlees of vleesvervanger, en aardappels, rijst, of soms quinoa, samen op het bord, elk in hun eigen hoekje. Deze drieslag kan heel gevarieerd ingevuld worden. Of radicaal vervangen door de eenpansmaaltijd. En dan heb ik het nog niet over voorafje en dessert. Of over wat we bij de maaltijd drinken. Eten is een geordende bezigheid.

Voordat we kunnen eten, wordt er gekookt. Welke ingrediënten voegen we bij elkaar? Meestal zijn dat voor de hand liggende combinaties. Maar het geheim van de kok zorgt soms voor verrassingen. Als ik kook, kijk ik af en toe in de ‘Smaakbijbel’ van Niki Segnit. Zij heeft stelselmatig nagegaan wat met wat te combineren valt. Dat kan leiden tot curieuze experimenten, zoals wanneer chocolade terecht komt in een hartige saus.

Die ‘Smaakbijbel’ dankt zijn naam deels aan de omvang, deels aan het gezag dat er aan wordt toegekend. De christelijke godsdienst levert het passend symbool, ook al heeft het culinaire bedrijf op zich niets religieus – behalve natuurlijk als er spijswetten zijn. En uiteraard is koken voor sommigen een ritueel, en de keuken een heiligdom. Taal is zo leuk omdat alles met alles in verband is te brengen, ook eten en godsdienst. Als mijn vader zijn eten lekker vond, zei hij dat het was alsof een engeltje op je tong piest.

Zoals de ‘Smaakbijbel’ en mijn vader beelden ontlenen aan religie, zo kan de keuken beelden leveren die religie begrijpelijker maken. We kijken bijvoorbeeld bij religies in de keuken. Welke potjes staan daar op het vuur? Waar voeden gelovigen zich spiritueel mee? Of heeft u uw buik vol van alle indelingen die godsdiensten leveren?

Waar gaan die religieuze indelingen over? Ze zijn meestal net zo systematisch als de inrichting van de keuken. Ze raken aan belangrijke sectoren van het bestaan. Dood en lijden vormen zo’n sector, net als de moraal, en betrouwbare kennis, ‘Waarheid’ genoemd. Andersgelovigen worden gelabeld als heidenen of ketters. Rituelen hebben een eigen vaste orde. Een gelovige die zich oriënteert op het aanbod van zijn godsdienst, vertoont een bepaalde identiteit die de indelingen en ordeningen weerspiegelt.

Natuurlijk wordt er binnen godsdiensten geheggeld en gesteggeld over de juiste indelingen. Zo waren kaarsen lange tijd rooms, en dus gingen protestanten niet zonder slag of stoot over tot het accepteren van kaarsen in de kerkdienst. De discussie kan zelfs gaan om profane dingen. De uitvinding van de broekrok was in sommige godsdiensten aanleiding tot een theologisch dispuut over de vraag of een gelovige vrouw dit kledingstuk mag dragen.

En dan zijn er de gelovigen die welbewust of op ongedwongen natuurlijke wijze ingrediënten uit verschillende religies combineren. Zo’n experiment leidt soms tot fronsen van de systeembewakers, zoals ik opkeek van Inekes indeling van de messen, en zoals de hartige chocoladesaus raar kan worden gevonden. Maar het kan ook dat de nieuwe combinatie gemeengoed wordt. Als in een katholiek klooster gemediteerd wordt, waarom dan niet op de zen-manier? Ook protestanten, en zelfs atheïsten, pelgrimeren nu naar Santiago de Compostella.

Het aardige van onze tijd is dat iedereen veel meer kennis heeft van wat andere godsdiensten voorschotelen. Voor sommigen leidt dat er toe dat ze net zo gemakkelijk gebruik maken van de recepten van een andere religie, als dat ze nu eens Frans eten en dan weer Thais. Voor de smaakpolitie van een godsdienst is dat grensverkeer uit den boze. Maar wie buiten de deur eet en een heel ander menu leert kennen, zal eerder spreken van een goede bekomst.

Bij het afdrogen zal ik het messenrek toch maar weer eens anders indelen.

38-140314

NB In verband met spam worden reacties op columns in eerste instantie alleen door André Droogers gezien.

Eén gedachte over “IN DE KEUKEN VAN DE GODSDIENST – Het vaste menu of toch fusion?

  1. Dit lezend moest ik denken aan het gegeven dat de meeste mensen moeite hebben uit hun comfort zone te komen. Je comfort zone heeft ook veel te maken met vaste gewoonten en indelingen. Je mentaal veilig voelen is daarbij een belangrijk gegeven. Fysiek een andere plaats innemen bij een vergadering kan veel teweeg brengen. Toch is het leuk en leerzaam om zo af en toe een beetje risico te nemen in het leven. Ook al is het maar een andere indeling van je messenblok.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.