Er zijn veel goden, maar de meest vereerde is toch de god Kameleon. Geen god past zich zo goed aan. Immers, dat is wat hem zo aantrekkelijk maakt.
Kameleon kent per definitie veel kleurschakeringen. Deze god spiegelt de persoonlijke eigenschappen en behoeften van de gelovige één op één. U bidt, wij draaien. Vrolijk type? Kameleon voor al uw vreugde. Zwaar op de hand? Kameleon zal u straffen. Altijd bezorgd? Kameleon biedt uitredding. Geslaagd in het leven? Ik heb je beloond. Te mannelijke god? Ik kan ook vrouwelijk.
Zo wordt de gelovige door het leven geholpen. Je zou haast denken dat het initiatief bij de mens ligt in plaats van bij de godheid. Logisch dat Kameleon succes heeft. Religie is vaak een Kameleon-religie. Kameleon heeft van alle godheden veruit de meeste aanhangers, wereldwijd en tot in alle eeuwigheid. Het is de enige godheid die door bijna alle gelovigen erkend wordt.
De interreligieuze dialoog is overbodig, want Kameleon-gelovigen begrijpen elkaar meteen, ongeacht wat de eigen religie verder te verkondigen heeft. Alleen de religieuze leiders denken dat er verschillen zijn en doen daar moeilijk over. Zij hebben de dialoog nodig.
Wat de god Kameleon zo effectief maakt, is dat Z/Hij niet alleen persoonlijke, maar ook maatschappelijke en culturele kenmerken weerspiegelt. Kameleon leent zich als gezaghebbende bron van de heersende moraal, hoe die er ook uit ziet. Z/Hij wil ook best de god van een land zijn, met de vorst als plaatselijke vertegenwoordiger. Kameleon bevestigt maatschappelijke standpunten, is voor of tegen oorlog of vrede, legitimeert en veroordeelt allerlei soorten genders, schrijft levensverlengende of juist verkortende ingrepen voor. Noem het maar op, Kameleon levert. Kameleon is daarom in trek bij politici. Soms zetten ze de K in de naam van hun partij. De god Kameleon zit dus niet alleen in het leven van de gelovige, maar is een voorname maatschappelijke speler.
Maar toch. Kameleon mag dan wel de vervuller van wensen en dromen zijn, teleurstelling blijft mogelijk. Niet elke wens gaat in vervulling. De ware gelovigen vinden echter altijd een manier om dat uit te leggen. Het is een beproeving, joh. Of oefen geduld. Je leert ervan. Boosheid en zelfs ongeloof behoren niettemin tot de mogelijkheden.
Is dit nu het hele verhaal? Nee, religies bestaan niet alleen uit Kameleon-achtige goden, al is die vaak de oppergod. Niet onbelangrijk is dat Kameleon in de bovenstroom meedrijft. De meeste religies hebben echter ook een onderstroom. Die loopt gemakkelijk de andere kant op. Wat in de onderstroom ontstaat en gebeurt wijkt af van het gangbare Kameleon-gebeuren.
Nog sterker: de meeste religies zijn uit die onderstroom opgedoken, uit reactie tegen het ‘U vraagt, wij draaien’ van de Kameleon-cultus. Iemand heeft een beslissende ingeving dat het ook anders kan. Zo iemand hoort er sowieso al niet echt bij, is een buitenbeentje. Maar heeft de moed om tegen de stroom in te zwemmen. Anderen beginnen mee te zwemmen. En vervolgens stappen ze aan land.
In de geschiedenis van de religies kom je zulke figuren tegen. De nieuwe leider en zijn discipelen zwerven tijden rond zonder vaste woon- of verblijfplaats. Ze zijn kritisch over de gevestigde religieuze en politieke macht. ‘Kameleon heeft het monopolie niet!’. Ze zien heel andere vergezichten en dromen heel andere werkelijkheden, menselijke en goddelijke. Hun mening steken ze niet onder stoelen of banken. Hun gedrag gaat in tegen wat normaal wordt gevonden. Een dwarse moraal is mogelijk. Sommigen worden weggejaagd of moeten hun optreden met hun leven bekopen.
Religie is door haar bestrijders wel eens een virus genoemd. Maar Kameleon heeft er inderdaad wel iets van. Een besmettelijke god. Tijd voor een lockdown?
279-170420
NB In verband met spam worden reacties op deze column in eerste instantie alleen door André Droogers gezien.
dat heb je werkelijk goed bedacht en geschreven, André. Zowel wat de almachtige kameleon-god betreft als wat betreft de religieuze kritiek daarop. Zeer herkenbaar en voor mij ook goed bruikbaar. Zelfs atheïsten hebben hun eigen kameleon-god: hun anti-beeld van god verandert naargelang religie en periode. Van de religieuze kritiek nemen ze niet graag kennis, die verwart hen maar.
Hindoes kennen het beginsel van Istha-devata: iedere gelovige heeft zijn/haar eigen voorkeursgod. Maar dan niet om alles van die god goed te praten, maar om het beeld van die voorkeursgod wel te laten ontwikkelen naar een steeds grotere abstractie. Het gaat dus om een groeiproces, idealiter. Maar dat moet de individuele gelovige dan wel willen en nastreven in meditatie. Lukt meestal niet zo goed.
Dag André,
Wat mij betreft wordt het virus van de onderstroom buiten de lockdown gehouden en tast het dat van de bovenstroom aan. Omdat een kameleon ogen heeft die, onafhankelijk van elkaar, alle kanten op kunnen draaien, moet dat beest dan natuurlijk wel worden geleerd in de richting van de onderstroom te kijken… Werk aan de winkel voor de Goede Kameleon Verzorgers!
Met hartelijke groet,
wim noomen
Goede André,
“Zo wordt de gelovige door het leven geholpen. Je zou haast denken dat het initiatief bij de mens ligt in plaats van bij de godheid. Logisch dat Kameleon succes heeft. Religie is vaak een Kameleon-religie. Kameleon heeft van alle godheden veruit de meeste aanhangers, wereldwijd en tot in alle eeuwigheid. Het is de enige godheid die door bijna alle gelovigen erkend wordt.”
In bovenstaande zinnen uit je laatste druppel troffen mij de woorden HAAST en VAAK. Is dat een schrijffout? Ik kreeg de indruk. Gezien je verdere betoog en de toon daarvan, zou je dat woordje best kunnen weglaten. Je verhaal laat geen enkele on-taalbare mystieke ervaring over. Er is telkens weer een vent die met een groepje fantasten rondzwerft om ergens te landen met een ‘god’ van een andere kleur.
Als je bedoelt dat het woordje ‘god’ niets zegt, omdat het een soortnaam is, heb je gelijk. Maar dat vraagt dan om een alternatief. Als je bedoelt, dat er niets anders over bestaande religies te melden is dan jouw antropologisch kameleontisch verschijnsel, lijkt me dat je met dit stukje een bepaalde missie verraadt, waarmee je ergens wilt landen en is de rest alleen maar een spelletje. Hoe serieus moet een mens dat spel dan nemen?
Ik meen dat er met die ‘bovenbouw’ niet veel mis is, zolang ze naar een ‘onderbouw’ verwijst.
Ik ontdek, dat ik geen moeite heb met mij af te vragen: wat bedoelt men met het woordje ‘god’ en dat ik dat vaak op het diepere niveau herken.
Groet, Jan
Dag Jan,
dank voor je reactie! Goede vraag – dé vraag. Ik moet natuurlijk voorzichtig zijn met mijn beelden, maar zou het kunnen dat de Kameleon-religie in de bovenstroom zit en de on-taalbare mystieke ervaring de aanzet is tot de radicale inzichten vanuit de onderstroom, de speelruimte…
Dat ‘haast’ had inderdaad iets ironisch, en sluit natuurlijk aan op veel religietheorie, vooral de functionalistische. En het ‘vaak’ slaat op de meerderheidsreligie rond Kameleon. Het betere werk is altijd uitzondering. Zodra men aan land stapt, begint de transformatie naar het machtscentrum. Dus integratie in de bovenstroom.
Kun je hier iets mee?
Groet, André
Een goede aanvulling! Je ziet dat je door mij gelezen wordt en dat je blijkbaar soms een reactie oproept die vrij spontaan is. Er zijn zaken, die we nog eens uit zouden moeten praten. Vooral over de referent. Is die kameleon-god een fantasma? Maar dat neemt niet weg, dat de vraag naar de referent blijft staan. En als die er niet is – is dat dan erg?
Groet, Jan